{P} Kees Slager. Het geheim van Oss. Een geschiedenis van de SP. Amsterdam/Antwerpen: Atlas, 2002. 480 pagina’s over de geschiedenis van een plaatselijke politieke partij in een gemeente waar ik maar een paar keer in mijn leven geweest ben! En ik heb ze binnen twee dagen allemaal uitgelezen! (En dan nooit echt in de stad.) Maar de partij heeft natuurlijk mijn speciale belangstelling, de Osse afdeling lag duidelijk aan de basis van het succes ervan, en het boek is verbazingwekkend soepel en interessant geschreven: met precies voldoende balans voor beschrijving van de organisatie, voor persoonlijke details, voor ideologie en wat er nog meer bij komt kijken. Het meeste indruk maakte op mij de enorme werklust en inzet. Daar houd ik van, dat inspireerde me. Ik heb dan wel even spijt dat ik niet ook zo direct sociaal bezig ben, maar dat weet ik toch wel weer succesvol te verdringen.
Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.
Met een vertaling van Ton Naaijkens. Dit is het verslag van een mislukking. Paul Celan is een groot dichter die ook in Nederland gerespecteerde liefhebbers heeft, en door een van hen, de hoogleraar Duits en vertaalwetenschap Ton Naaijkens, in het Nederlands is vertaald. Celans verhaal - dat van een Duitstalige Roemeense Jood die na de oorlog het Duits opnieuw moest uitvinden om een glimp de verschrikkingen op te kunnen schrijven - is indrukwekkend, en zijn Verzamelde gedichten zijn in het Nederlands ongehoord prachtig opgeschreven. Maar het boek ziet er ook uit als een brok geblakerd beton, en het is me niet gelukt om er doorheen te breken. Ik begrijp niet wat ik als lezer verondersteld wordt te doen met een gedicht als: Das umhergestossene Immer-Licht, lehmgelb, hinter Planetenhäupten Erfundene Blicke, Seh- narben, ins Raumschiff gekerbt, betteln im Erden- münder. (Het alle kanten op gestoten steeds licht, leemgeel, achter planetenhoofden. Bedachte blikken, kijk- krasse
Reacties