Posts

Elfriede Jelinek. Die Klavierspielerin. Rowohlt, 1983.

Afbeelding
  Als er een natuurramp gebeurd is, staan de media daar vervolgens dagenlang bol van. Er valt eigenlijk niets over te vertellen, maar je kunt er niet over zwijgen, en de mediaconsument wil ook graag meer horen over het verschrikkelijke wat er is gebeurd: begrijpen wat niet te begrijpen is. Zo is het met  Die Klavierspielering  van Elfriede Jelinek. Als je het gelezen hebt, moet je er meer over lezen: wat vonden anderen hiervan, wat voor betekenis konden zij hieraan geven, aan deze vreselijke gebeurtenissen die in zo'n bijzondere stijl zijn opgeschreven dat je wel moest doorlezen? Hoe is het mogelijk dat men prijzen heeft gegeven aan een boek dat zulke intieme verschrikkelijkheden beschrijft. Die Klavierspielerin is het verhaal van een vrouw van in de dertig die met haar moeder samenleeft – ze slapen zelfs samen in het echtelijke bed sinds vader is overleden en ze hebben een relatie die een mengeling van liefde en aggressie heeft. De moeder verwijt de dochter van alles, da...

Khalid Mourigh. Denkend aan Hollands. Wat taal zegt over wie we zijn. Cossee, 2025

Afbeelding
Zeg mij welke taal je spreekt, en ik zeg je wie je bent. Geen twee mensen op de wereld spreken precies hetzelfde, en die verschillen laten altijd iets zien over een verschillende geschiedenis, een verschillende identiteit, een verschillende plaats in de samenleving. Dat je in Rotterdam geboren bent, maar in Den Bosch opgegroeid, dat je een man bent, en theoretisch opgeleid, dat je getrouwd bent met een Italiaanse, dat je bovengemiddeld gefascineerd bent door hoe andere mensen praten: het heeft allemaal invloed op je taalgebruik. Dat is een waarheid waarnaar al heel veel onderzoek is gedaan, een waarheid bovendien die door verschillende geleerden op een verschillende manieren is uitgewerkt, maar een waarheid waarover nog niet zo heel veel geschreven is. De sociolinguïstiek, de tak van de taalwetenschap die zich met deze waarheid bezighoudt, is altijd populair onder studenten, juist omdat ze zoveel te zeggen heeft over de onvermoede rol van taal in het eigen leven. Maar in heel veel publ...

Doortje Smithuijsen. Kapitalisme is seksisme. Podium, 2024.

Afbeelding
  Dat er ook in deze tijd en ook voor jonge vrouwen nog van alles onrechtvaardig is in onze samenleving, dat laat Doortje Smithuijsen heel duidelijk zien in Kapitalisme is seksisme . Voor iemand, voor een man, die al heel lang weinig met vrouwen van vroeg in de dertig te maken heeft, zijn het onthullende verhalen over hoe ook deze vrouwen zich nog altijd op hun uiterlijk beoordeeld weten, hoe ze denken dat ze in vrijheid allemaal tegelijkertijd dezelfde neiging krijgen om minder te gaan werken, hoe ze zich laten aanpraten dat ze geen compleet leven hebben zonder man en kinderen. Ik werd wel een beetje afgeleid doordat Smithuijsen dat allemaal verbindt aan het kapitalisme. De maatschappelijke druk die vrouwen ervaren is volgens haar een kapitalistische druk. Ik zie weinig goeds in het kapitalisme, maar waarom dat hier een rol zou spelen, wordt mij niet duidelijk. Ja, in de achttiende eeuw moesten vrouwen thuisblijven om voor de kinderen te zorgen, zodat de mannen al hun krachten ko...

Mariska Kleinhoonte van Os. Tussen de mazen. Verhalen. Van Oorschot, 2025.

Afbeelding
Ik snap recensenten niet, laat mij maar bloggen. Neem nu Marij de Wit. Zij heeft voor Het Parool  een signalement geschreven van Mariska Kleinhoonte van Os' debuut, de verhalenbundel  Tussen de mazen. Dat is best een gunstige bespreking, maar op een bepaald moment schrijft De Wit "Daarnaast voelen de vele plotwendingen als een trucje dat een goede schrijver als zij echt niet nodig heeft."  Kijk, daar begrijp ik niets van. Diskwalificeert een schrijver zich door plotwendingen te gebruiken? Is dat niet een kenmerk van een verhaal dat het een plot heeft, en van een plot dat er wendingen in zitten?  Mij valt bovendien helemaal niet op dat er in Tussen de mazen  nu zo ongebruikelijk veel plots worden gewend. Ik lees de verhalen vooral als portretten – in een paar bladzijden weet Kleinhoonte van Os een personage tot leven te wekken, en dat zijn heel verschillende personages, van een pubermeisje tot een psychotische zakenman, en dat via de dochter van een leraar met v...

Vonne van der Meer. De reis naar het kind. Contact, 1989

Afbeelding
"Heb ik je nooit verteld dat alle maar dan ook alle wiegeliedjes bij ons over de dood gaan?" vraagt Julia's Spaanse lerares Luisa op een bepaald moment. Eerder is Julia al getuige geweest van de begrafenis van een pasgeboren baby in Peru, een begrafenis waarbij de vrolijkste begrafenismuziek klinkt die ze ooit heeft gehoord. Vonne van der Meer moest, met haar belangstelling voor de vage grenzen tussen een ander kennen en een ander vreemd zijn, ooit wel een verhaal schrijven over adoptie. Het werd haar roman De reis naar het kind uit 1989. Julia en haar man Max kunnen geen kinderen krijgen en reizen daarom naar Peru, omdat een vaag contact (iemand die ze nauwelijks kennen, iemand aan wie ze hun lot in handen geven) een kind voor ze geregeld zou hebben. Omdat het kind een paar weken later geboren wordt dan verwacht, reizen ze door het onbekende land en Julia schrijft in haar dagboek alvast haar indrukken op voor het kind – en censureert daarbij bij voorbaat ook al de ...

Gerwin van der Werf. De krater. CPNB, 2025.

Afbeelding
Jongens die niet lezen zijn sukkels. Dat vindt Eden, de verteller van het boekenweekgeschenk van dit jaar, De krater van Gerwin van der Werf. Eden is een puber en heeft dus overal een mening over, die ze met een dikke kwast uitsmeert. Nederlandse rap? “Muziek voor knulletjes die hun speelgoedtractor net hebben ingeruild voor een opgevoerde fatbike”. De nieuwe vriend van haar moeder? “Er zijn volwassen mensen die Joep heten, het is niet te geloven’. Eden sleept de lezer, kortom, binnen de kortste keren haar verhaal in. Om haar broertje Benji op te vrolijken besluit ze een dagtocht naar een krater in Steinheim, Duitsland, te maken. Hun oudste broer, Johnny, moet hen rijden, want hij is de enige met een rijbewijs die ze zoiets kan vragen. Is een meteorietkrater een zinnige bestemming voor een mistroostige puber? Als hij er een lange autorit voor moet maken met een oudere broer die de onweerstaanbare drang heeft om verkeersborden te jatten? En een zus die ooit liever een broer wilde zijn e...

Ine Legerstee. Tussen de regels van de Reis-Heuchenis. De Grand Tour van P.C. Hooft (1598-1601). Verloren, 2024

Afbeelding
In 1979 begon Ine Legerstee aan een project: de lange reis, de ‘grand tour’, nareizen die de dichter P.C. Hooft tussen zijn 17e en 19e maakte. Onlangs verscheen eindelijk Legerstees boek over dat project. Het is een boek geworden dat ik alleen maar kan beschrijven als: verrukkelijk. Tijdens zijn reis hield Hooft een logboekje bij, de  Reis-Heuchenis ,   die Legerstee tijdens haar eigen reis tot gids diende. Nu was Hooft erg summier in de aantekeningen die hij maakte. Persoonlijke dingen schreef hij niet op – alleen meldde hij af en toe de namen van reisgenoten, maar zelfs dat liet hij vaak achterwegen. Ook voor de bezienswaardigheden ging hij er volgens Legerstee vaak vanuit dat mensen die ook wel konden opzoeken in andere reisgidsen. Bovendien leek hij lang niet alles te zien. Over Chartres meldt hij alleen dat hij er in een heel mooie tuin heeft gezeten, maar dat er in die stad ook een heel beroemde kathedraal staat, daarover rept hij niet. Legerstee heeft uit die droge opso...

Esohe Weyden. Richtingloos navigeren. Pelckmans, 2025.

Afbeelding
 Hoe kun je merken dat Esohe Weyden uit de spoken word-traditie komt? Want je kunt het merken, althans, die illusie heb ik.  Misschien komt het natuurlijk simpelweg doordat ik het weet: en is het een illusie. Maar ik geloof oprecht dat ze een toon heeft. Ik heb haar nooit horen optreden en toch meen ik haar stem te horen, langzaam voordragend, met aandacht voor de klinkers en de medeklinkers.  De teksten zijn bovendien betrekkelijk expliciet voor de lezer die vooral gewend is van papier te lezen. Er wordt heel veel duidelijk gemaakt. En als er iets niet wordt gezegd, wordt het naar mijn idee ook gewoon niet gezegd, er is niet een soort puzzeltje dat moet worden opgelost: Het oord van de veilige vertrouwdheid Waar koffiekoeken op zondag knapperiger zijn dan doordeweekse geserveerd in een keramieken schaal waarop kleurrijke planten pronken. Plakjes gember weken in heet water, drijven in de nachtelijke atmosfeer van een straffe earl grey. Waar borden en bestek worden bijgevu...

Paulien Cornelisse. Hèhè. Over wat we zeggen zonder dat we het doorhebben. CPNB, 2025.

Afbeelding
Hèhè van Paulien Cornelisse is een taalbevrijding! NIet alleen voor de gemiddelde lezer, die als het goed is altijd bevrijd wordt door wat Cornelisse schrijft over taal – bevrijd van de angst om het fout te doen. In dit geval schrijft Cornelisse met zoveel enthousiasme over woorden die zogenaamd overbodig zijn, zoals eigenlijk, gewoon en hèhè, dat je wel van steen moet zijn om die woorden niet te zoenen. De Nederlandse taalcultuur is gezegend met schrijvers als Cornelisse – in veel andere culturen mag je alleen boeken schrijven over taal als je minstens even zuur kijkt als je lezers. Maar ook voor de wat meer ervaren taalkundige is Cornelisses boekenweekessay een bevrijding. Want ze gebruikt voetnoten! Voetnoten worden veel gebruikt in wetenschappelijke publicaties – al worden ze zelfs daar vaak afgewezen –, maar ze zijn daarbuiten vaak taboe. Bij les 1 van de cursuswetenschapscommunicatie leer je: geen voetnoten. Als je bij mij tijdens een cursus een tekst inlevert met voetnote...

Jabik Veenbaas. Meer dan mooie woorden. De moderne roman als levensgids. Nieuw Amsterdam, 2025

Afbeelding
"De romanciers die er werkelijk toe doen", schrijft Jabik Veenbaas, "hebben nooit genoegen genomen met schoonheid alleen." Het is een definitie van 'er werkelijk toe doen' die hij zelfs tot de titel van zijn nieuwe boek heeft gemaakt: Meer dan mooie woorden , waarin hij twintig moderne romans (de eerste is van Proust, de laatste van Houellebecq) beschouwt. "Ze hebben altijd vanuit een levensvisie geschreven en ons daar iets van mee willen geven." Boeken waarin iemand je de wereldliteratuur doorgeleidt aan de hand van een heel specifiek en sterk idee, daar ben ik dol op. Dat zo iemand zijn eigen voorkeuren (levensvisie) daarmee tot de gouden standaard verheft, maakt het boek alleen maar leesbaarder. Veenbaas is heel erudiet en een heel nauwkeurig lezer. Hij weet daardoor de romanciers die er volgens hem toe doen allemaal aan elkaar te verbinden – Ayn Rand aan J.M. Coetzee, D.H. Lawrence aan Marilyn French, Nawal El Saadawi aan Gerard van het Re...