Rob van Essen. Miniapolis. Atlas Contact, 2021

 


Miniapolis is de overtreffende trap van een road movie. De drie hoofdpersonen, waarvan er twee alleen een achternaam hebben (Wildervanck en Scherpenzeel) en één alleen een voornaam (Jonathan) gaan eerst te voet, dan per fiets en uiteindelijk in een vliegtuigje, dat bestuurd wordt door het enige personage met een voor- én een achternaam, Charlie Quarles. Totdat dit vliegtuigje uit elkaar valt, en de personages allemaal op eigen kracht met onbekende bestemming wegvliegen. Terwijl ze eigenlijk net thuis gekomen zijn.

Er is geen schrijver zoals Rob van Essen. Een schrijver die laat zien wat een verhaal vertellen is – alles kan in een verhaal, en toch weer niet. De personages maken allemaal ongelooflijke dingen mee, en ze geloven elkaar dan ook niet of nauwelijks als ze die ongelooflijke dingen aan elkaar vertellen. Wat de ander vertelt kan niet waar zijn, terwijl op de keper beschouwd hun eigen verhaal even ongelooflijk is.

Het is meer zo dat de ongelooflijkheid van iemand anders er niet óók nog bij past.

Maar Miniapolis is veel meer dan een verhaal over het vertellen van verhalen. Het is ook een verhaal over afmetingen. De titel verwijst naar een miniatuurstadje waar Scherpenzeel ooit naartoe is geweest met zijn ouders: afmetingen van gebouwen spelen op allerlei manieren een belangrijke rol. Joanathans heeft bijvoorbeeld op het dak van een gigantisch huis gewoond – dat later de omvang blijkt te hebben gehad van een hele stadswijk. Het verhaal begint in zekere zin met het feit dat Wilvervanck, die boven zijn kantoor woont, besluit om voortaan naar zijn werk te fietsen. Ook de afmetingen – lang, groot, enz. – van de personages worden, eh, breed uitgemeten.

En alles en iedereen is larger than life.

Geografie speelt in het werk van Van Essen altijd een belangrijke rol, maar nergens meer en beter dan in Miniapolis. De namen van de hoofdpersonen suggereren Nederlandstalig gebied, maar de stad waar zich een en ander afspeelt is van buitenlaaglandse proporties – aan het eind wordt zelfs gesuggereerd dat het uren zou duren om erover heen te vliegen. 

Van Essen is ook een plezier om te lezen, misschien wel de prettigste persoon om te lezen. Zijn boeken zitten vernuftig in elkaar, maar op geen enkele manier wordt je als lezer gedwongen daarover na te denken. Wildervanck leest in dit boek goedkope detectives en een goede whodunnit zit natuurlijk ook zo in elkaar. Dat is Miniapolis: een wheredunnit. 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.