Godfried Bomans. In alle ernst. De keuze van Joost Prinsen. Meulenhoff, 2021

 

Joost Prinsen suggereert, nee, zegt in zijn inleiding bij deze keuze van beschouwingen van Godfried Bomans dat dit de definitieve selectie van stukken van Godfried Bomans is. Iedereen die zijn taak even serieus zou nemen, zou met de selectie komen. Ik weet niet of dat een grapje is, maar het is in ieder geval onzin.

En toch is de keuze van Prinsen een heel goede. Hij heeft gekozen voor de stukken waar Bomans wat minder de pleaser probeerde uit te hangen, de wat ernstiger stukken, de essays. Het is misschien waar dat je juist daar de stijl beter kunt zien al moet ik toegeven dat ik in zo'n selectie toch ook wel wat van de heel komische stukken zou toevoegen. Maar dat kan natuurlijk niet, want dan zou mijn selectie anders zijn geweest.

Maar beter dan zijn stijl was Bomans in zijn psychologisch inzicht. Het fraaiste stuk is dat waar hij de relatie beschrijft tussen de in zijn tijd waanzinnig populaire schrijver Charles Dickens – Bomans was een groot fan van hem – en de veel minder beroemde, maar veel subtielere schrijver William Makepeace Thackeray. De mannen hadden jarenlang een vete die ze uiteindelijk bijlegden, maar de manier waarop Bomans beschrijft hoe ze onderling over elkaar moeten hebben gevoeld – Thackeray die te sjiek was om zich druk te maken over Dickens' verkoopcijfers, Dickens die daar nooit overheen kwam, de wederzijdse bewondering die daar ook weer onder lag, Bomans weet het in een paar pagina's te beschrijven.

Je kunt de twee Britten zien als de twee kanten die Bomans in zich had, het populaire van Dickens dat het subtiele van Thackeray verdrong (voordat Joost Prinsen het weer opdiepte). Maar het is vooral ook een heel fraai, en met grote kennis geschreven portret van twee mannen.

In alle ernst laat zien dat Bomans een groot Nederlands essayist was.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.