Posts

Posts uit augustus, 2013 tonen

Ian McEwan. Sweet Tooth. London: Random House, 2013 (2012).

Serena Frome is door een speling van het lot terecht gekomen bij de Britse geheime dienst, MI5. Het is weliswaar een kantoorbaantje, maar op een bepaald moment krijgt ze een missie: een jonge, wat conservatieve, schrijver voorzien van een beurs zodat hij het conservatieve geluid wat beter kan laten horen in de Britse samenleving. Die schrijver mag daar zelf niets van weten. Om nu te zeggen dat dit een opwindende missie is, gelijk aan die van James Bond – er wordt in Sweet tooth  een paar keer naar Ian Flemming verwezen, en de titel zelf zou natuurlijk zo aan een film over 007 kunnen worden gegeven – zou overdreven zijn. De spanning komt erin doordat Serena een verhouding begint met haar schrijver en gaandeweg steeds meer verliefd op hem wordt, zonder dat ze hem kan vertellen wat er aan de hand is. En dan biedt het laatste hoofdstuk een onverwachte ontknoping. Sweet tooth  is waar de moderne Britse literatuur goed in is: amusement op hoog niveau. Je verveelt je geen moment, je kunt

Carel ter Linden. Wat doe ik hier in godsnaam? Een zoektocht. Amsterdam: Arbeiderspers, 2013.

Carel ter Linden, een van de beroemdste dominees van Nederland – dit weekeinde was hij weer even te zien omdat hij de begrafenis van Prins Friso leidde. In zijn nieuwe boek  Wat doe ik hier in godsnaam? legt hij uit waarom hij niet meer in (een persoonlijke) God gelooft, en niet meer in een leven na de dood. Maar waarom hij zichzelf toch als een christelijke dominee blijft beschouwen. Het komt vooral door de wetenschap, en met name door de biologie. De wrede, blinde evolutie, en alle pijn en ziekte die ermee gepaard gaat, zijn onverenigbaar met een liefhebbende en almachtige God. Ter Linden laat soms (heel curieus, vind ik) in zijn boek een aantal natuurwetenschappers aan het woord – hij interviewt ze niet, ze nemen tijdelijk even de pen over –, die populair-wetenschappelijk uitleggen wat DNA is, en dergelijke. Mij lijkt dat Ter Lindens probleem is dat hij een monotheïst blijft: er is maar één werkelijkheid, zegt hij verschillende keren in dit boek. En als de wetenschap gelijk hee

Walter Siti. Resistere non serve a niente. Milano: Rizzoli, 2013 [2012]

De Amerikaanse econoom Keith Chen heeft een jaar of acht geleden in een laboratorium een aantal aapjes geleerd om met geld om te gaan: ze 'verdienden' muntstukken die ze tegen een bepaalde koers voor bananen of sinaasappels konden omruilen. Een van de resultaten van Chens onderzoek was dat de apen zo prostitutie ontdekten: binnen niet eens zo heel veel tijd was er een mannetje dat een vrouwtje munten aanbood voor sex; en een vrouwtje dat die munten accepteerde. Aan het begin van Walter Siti's nieuwe, succesvolle roman  Resistere non serve a niente  (Weerstand heeft geen zin) staat een essay dat de schrijver in een tijdschrift publiceerde naar aanleiding van dit onderzoek. Zijn wij door de komst van het geld niet allemaal hoeren geworden? Doen niet steeds meer mensen dingen die ze niet willen, alleen maar voor geld dat ze helemaal niet nodig hebben? Naar aanleiding van dat essay komt Siti in contact met Tommaso, een financieel specialist die getrouwd is met presentatrice

Reza Aslan. Zealot. The life and times of Jesus of Nazareth. Random House, 2013.

Jezus, de historische Jezus, de man die zo'n 2000 jaar geleden echt leefde in Palestina, wat was dat voor man? Het overtuigendste en meeslependste verhaal dat ik ooit over hem las, is het onlangs verschenen Zealot, van de Iraans-Amerikaanse geleerde Reza Aslan. Aslans voornaamste methode is om zich niet al te veel te verlaten op de evangeliën. Volgens hem ligt er één feit onomstotelijk vast: dat Jezus gekruisigd is. Uit dat ene feit weet hij vervolgens heel veel te reconstrueren. De Romeinen kruisigden namelijk alleen opstandige Joden, die het gezag van Rome niet wilden erkennen. Door een indringend beeld te geven van de roerige periode die enkele jaren voor Jezus' geboorte begon in Palestina, en die eindigde in 70 met de verwoesting van de Tempel, weet Aslan een overtuigend verhaal te reconstrueren over de historische Jezus. Hij was een man die opgroeide in een uitermate armoedig dorpje, Nazareth; die daardoor waarschijnlijk nauwelijks of geen scholing had; en die moet heb

Stephen Greenblatt. The swerve. How the world became modern. W.W. Norton & Company, 2013 (2011)

Poggio Bracciolini was een groot liefhebber van boeken – een vijftiende-eeuwer die het er af en toe best voor over had dat hij wat minder opschoot in zijn carrière als het betekende dat hij naar kloosters mocht gaan, met de kans om daar een manuscript aan te treffen van een verloren gewaand werk uit de klassieke oudheid;  zoals De rerum natura  van Lucretius. Dat wonderlijke gedicht, waarin Lucretius de leer van het epicurisme uiteenzet: de wereld en alles in de wereld bestaat slechts uit atomen en leegte, ook onze ziel; als er goden bestaan, zullen zij zich niet om de mensen bekommeren en na onze dood is er dan ook geen beloning of straf; het enige wat waarde heeft in het leven is het nastreven van genoegen – niet in de vorm van je uitbundig overgeven aan lichamelijk genot, maar door dingen te doen waarbij je je prettig voelt en die anderen niet schaden. (Ik vat het maar even in mijn eigen woorden samen.) Volgens Greenblatt is de hele moderne tijd begonnen met de herontdekking van

Jonathan Swift: Gulliver's Travels

De mensheid, daar deugt nou eens echt helemaal niets van. Wanneer je de mensen heel klein maakt, zie je hoe druk ze zich maken over roem en eer en andere onbelangrijkheden. Vergroot je ze uit, dan zie je hoe de huid van zelfs de knapste jonge vrouw vol puistjes en pukkels en oneffenheden zit. Niets van wat de mens doet, heeft ook maar de geringste betekenis. Neem nu de wetenschap: degenen die zich bezig houden met 'zuivere' wetenschap, gaan zo autistisch op in hun beslommeringen dat ze de wereld niet zien, degenen die de wetenschap willen toepassen, doen de meest onzinnige, om niet te zeggen schadelijke, uitvindingen. Daar komt nog bij dat de mens stinkt en egoïstisch is en agressief en vol duistere driften zit. Wie zou er met zulk volk te maken willen hebben? Gulliver's Travels is misschien niet echt een boek waar je nu eens vrolijk van wordt. De boodschap is eigenlijk zo zwart dat je hem maar op afstand plaatst, wat inmiddels natuurlijk ook al honderden jaren gebe

Fjodor Dostojevski: The possessed

Van alle boeken die ik ken van Dostojevski, is dit het treurigste, het pessimistische, het meest hysterische. In een Russische provinciestad lopen allerlei mensen door elkaar heen te roepen, op zoek naar een existentiële bodem onder hun bestaan. Waar je in andere boeken van Dostojevski het idee krijgt dat de schrijver zelf in ieder geval het idee heeft dat er misschien enige hoop te peuren valt uit de Russische ziel of de orthodoxe kerk of iets dergelijks, lijkt hier iedereen alleen maar enorm op zoek. Het christendom of het socialisme, de Russische ziel of de Slavofilie, het zijn allemaal maar halfbegrepen concepten. Temidden hiervan krijgt een groepje van vijf stadsgenoten het idee dat ze een geheime cel vormen in een geheim netwerk van allerlei van dit soort cellen doorheen heel Rusland, een instrument in een grote omwenteling die er nu gaat plaatsvinden. Waar die omwenteling heen moet leiden, dat lijken ze zelf ook niet te zien. Ze hebben weliswaar contact met een theoreticus