{P} Michael Newton. Savage Girls and Wild Boys. A History of Feral Children. London: Faber and Faber, 2002. Een prachtig onderwerp, maar een tegenvallend boek. Terwijl ik het aan het lezen was, ontwikkelde ik een steeds grotere antipathie tegen de schrijver die de hele tijd zo bezig is met het feit dat hij een boek aan het schrijven is, dat hij hier al tien jaar over doet. En die als hij over die kinderen schrijft, nog steeds niet over die kinderen schrijft, maar meer over wat de mensen om die kinderen heen allemaal van die kinderen dachten en vonden, over de 'verhalen' die er over die kinderen verteld werden, want Newton is heel erg een literatuurwetenschapper en als ik het goed aanvoel (ik ken die literatuur niet zo goed) nogal aangeraakt door postmoderne gedachten. Wat er nu echt met Kaspar Hauser en al die andere kinderen gebeurd is, lijkt hem bijvoorbeeld nauwelijks te interesseren. Nou ja, op het eind van zijn boek zegt hij heel even snel "for what it is worth" zijn eigen mening: hij denk dat het waar is wat bijvoorbeeld Kaspar Hauser zelf over zijn geschiedenis heeft verteld; maar meer zegt hij er ook niet over. Kenmerkend is dan ook de onhandigheid die hij beschrijft bij de enige keer dat hij zelf echt in contact kwam met zo'n 'wild kind'. Hij wil die kinderen niet zelf begrijpen, hij wil begrijpen wat mensen van die kinderen begrijpen. Tja.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.