I.L. Pfeijffer. Het grote baggerboek

Ilja Leonard Pfeijffer. Het grote baggerboek. Amsterdam: De Arbeiderspers, 2004.

Alweer een spannend boek! Het houdt ook maar niet op met de moord en doodslag in de letterkunde. En ook deze keer is de werkelijke dader uiteindelijk weer een intellectueel natuurlijk, een 'professorandus' volgens zijn slachtoffer, een baggeraar die zelf juist verdacht wordt van misdrijven, die zich uit in een wonderlijk taaltje -- een vleugje Rotterdams vermengd met veel verhaspelde staande uitdrukkingen. Ook de psychiater is vooral een taalspel, iemand die zich dan juist weer heel erg dor weet uit te drukken. En alles bij elkaar is het dan ook meer een lang gedicht van Ilja Pfeijffer dan een spannend boek. Ook in zijn gedichten experimenteert Pfeijffer regelmatig met de taal van Haagse Harry, van de mannen met de gouden kettingen en het weelderige borsthaar. Gek genoeg is hij de enige schrijver die ik ken die op zo'n schaal probeert iets met die taal te doen in de literatuur. Terwijl dat wel zou moeten, vind ik, want het is een mooie taal. Het baggerboek is daar een eerste stap naartoe. (Mooiste verhaspelde uitdrukking: 'Jan met de korte lul'.) De thematiek (geleerde mensen zijn soms slechter dan niet geleerde mensen, schijn bedriegt) aan de andere kant... ach, die nemen we dan maar op de koop toe.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.