Gerrit Krol. Rondo Veneziano

Gerrit Krol. Rondo Veneziano. Amsterdam: Querido, 2004.

Gerrit Krol krijgt een eredoctoraat van de VU, las ik toevallig vanmorgen. Dat stemt tot grote tevredenheid. Niet alleen omdat Gerrit Krol niet genoeg geëerd kan worden, maar ook omdat de hoofdpersoon van zijn laatste boek, Rondo Venziano getekend wordt door het feit dat hij te midden van een gezelschap van zeer- en hooggeleerden geen titel draagt. En die hoofdpersoon heet weliswaar J.J. Pipper, maar hij toont weer zoveel verwantschap met de andere hoofdpersonen van Krol dat hij kan staan voor de hele denkwereld van die auteur.

Helaas, helaas heeft Krol gezegd dat Rondo Venziano waarschijnlijk zijn laatste boek zal zijn, omdat zijn ziekte het hem moeilijk maakt verder te schrijven. Opvallend genoeg zou je als je dat niet wist vermoeden dat dit een tussendoortje was, het boek is zo licht en zo opgewekt. Pipper raakt verzeild op een congres waar allerlei geleerden en schrijvers van naam confereren over onderwerpen die Krol altijd bezighouden, zoals de wiskunde, de manier om de wereld te beschrijven, enz. Sommige van hen worden speciaal voor het congres weer tot leven gewekt, zoals Joseph Brodsky en E. Dijksterhuis; anderen gaan schuil achter een niet heel erg verhullend pseudoniem. Een belangrijke rol is bijvoorbeeld voor een schrijver die Welbeke heet en een boek Kleinste deeltjes geschreven heeft; overigens heb ik nog in geen enkele recensie van Rondo Veneziano de naam van Houellebecq zien opduiken.

Ik vind het trouwens curieus dat Houellebecq zo belangrijk voor Krol blijkt te zijn. Je ziet de overeenkomsten wel (een belangstelling voor natuurwetenschappen), maar de verschillen zijn veel groter.

De schrijver mag fantaseren wat hij zelf wil, en dus mag hij ook een discussie fantaseren tussen de personen die hem interesseren over de onderwerpen die hem interesseren. (Een beetje zoals Harry Mulisch in de Pupil een groot aantal personages uit zijn vorige romans laat opduiken in een stoeltjeslift.)

Al met al is Rondo Veneziano een prachtig boek, voor de liefhebber van Krol: met een stijl die het midden houdt tussen essay, poëzie en fictie, met geweldige invallen en prachtige parodieën (bijvoorbeeld op de geslachtsregisters in de bijbel; in die stijl wordt hier de voortgang van de wetenschap beschreven, met 'leerde' in plaats van 'gewon'). Het is het boek van een schrijver op de toppen van zijn kunnen, helemaal niet van een schrijver die de pen moet neerleggen vanwege dat rottige Parkinson.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.