Ingvar Ambjørnsen. Beyond the great indoors. London: Black Swan, 1997.

Twee mannen die in de eerste helft van hun leven nauwelijks sociale vaardigheden hebben opgedaan - Elling groeide tot zijn 35e op bij zijn moeder, Kjell komt uit een familie waarvan hij alle leden haat - zitten onder begeleiding van een sociaal werker in een flatje in Oslo. Ze moeten de wereld leren kennen, en ze gaan daarbij voortvarend te werk: hoewel Elling in het begin niet eens in staat is een telefoontje te plegen (omdat hij zich de hele tijd voorstelt hoe zijn gesprekspartner eruit ziet en erbij zit), krijgen de mannen in de loop van het boek een stel katjes in huis, gaan ze op stap naar het platteland en worden ze zelfs dronken, terwijl Elling bevriend raakt met en bekende dichter en Kjell zelfs een heuse vriendin krijgt.

Er zijn heel veel boeken over onaangepaste personen in gevecht met de maatschappij, en het is vast niet voor niks dat de naam van de andere schrijver van het obsessieve Oslo, Knut Hamsun, twee keer genoemd wordt. Dit boek is een stuk vrolijker dan Honger van Hamsun, maar dan toch ook wel weer wat minder aangrijpend.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.