Sofka Zinovieff. Eurydice Street. A Place in Athens. London: Granta, 2004.

Een buitenlander die vertelt over haar wederwaardigheden: dat is een moeilijk genre. Al heel snel worden er allerlei op zich vrij onbelangrijke exotica opgedist — Nederlanders doen de gordijnen nooit dicht —, of clichés over het land in kwestie die misschien twintig jaar geleden nog golden — Nederlanders zijn tolerant — en zo voort. Sofka Zinovieff is in geen van die valkuilen getrapt. Ze was dan ook uitermate geschikt om een modern boek over de Grieken te schrijven. Zo heeft ze zelf geen eenduidige nationale achtergrond: haar vader was Russisch, haar moeder Brits. Zo kende ze Griekenland en het Grieks al heel goed: ze had er eerder een paar jaar gewoond en haar echtgenoot is Grieks, hoewel hij ook al zo'n wereldreiziger is. Bovendien is ze ook nog antropologe en dan precies een van de soort die dit soort boeken moet schrijven: ze observeert, en oordeelt niet echt. Wat je wilt weten, wordt uitgelegd, maar tegelijkertijd wordt er nergens overdreven over gedaan -- niet over de oudheid, niet over de Turken of de Albaniërs, niet over de eigenheid van de moderne Griekse cultuur en niet over alles wat het deelt met andere culturen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.