Carlo Ruiz Zafón. Der Schatten des Windes. Frankfurt: Suhrkamp, 2005 (La sombra del viento, 2001)

De schaduw van de wind is misschien geen Da Vinci Code, maar een groot verkoopsucces is het wel. Volgens de Wikipedia is het werk van de schrijver al in dertig talen vertaald, en daarbij telt waarschijnlijk niet alleen deze eerste 'volwassen' roman maar ook het werk voor de jeugd, maar in verschillende boekwinkels heb ik grote stapels van het boek zien liggen. Ik kreeg het, in een Duitse vertaling, van een vriendin.

De eerste honderd of tweehonderd pagina's vond ik ook prachtig. Een jongetje vindt in een geheimzinnig boekenpaleis in Barcelona een boek dat hem mateloos intrigeert. Dat boek blijkt geschreven te zijn door een schrijver van wie alle boeken door een duistere figuur worden opgekocht of gestolen om te worden verbrand. Dat alles zal het leven van het jongetje voor enige jaren volkomen beheersen, tot het komt tot een min of meer dramatische ontknoping.

Het boek is wel erg lang, en het is ook wel heel erg een geconstrueerd verhaal, waarin allerlei draden geweven zijn, die zich ontrollen — een soort detective zonder dat de moord (die wel degelijk gepleegd wordt) er een belangrijke rol in speelt. En ik houd niet zo van detectives. De schaduw van de wind is vooral aardig als een beschrijving van het Barcelona van vijftig jaar geleden; ik ben bang dat ik het verder snel zal vergeten.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.