Jean Echenoz. Ravel. Paris: Les éditions de minuit, 2006.

Volgens een jaaroverzicht van het tijdschrift Lire was dit een van de beste Franse boeken van het jaar 2006, Echenoz is een beroemde schrijver, Ravel gaat over een interessante periode in het leven van een componist, ik had me er een tijdje op verheugd het te kunnen lezen. En wat werd ik chagrijnig. Ik verloor eigenlijk alle vertrouwen in de Franse literatuur.

Die lui kunnen niet eens een verhaal vertellen. Altijd van die dunne boekjes, en wat een slechte techniek. Ravel begint bijvoorbeeld heel interessant, als een portret van een estheet, een man die voor zijn kunst leeft en er alleen voor leeft. Zelden heb ik zo'n fraaie beschrijving gelezen van dat alleen zijn als in die eerste bladzijden. Maar daarna had Echenoz er geen zin meer in, gooit hij dat hele principe overboord en is zelfs geen romanschrijver meer, maar een biograaf. Waar we in het eerste deel de hele tijd dicht bij Ravel stonden, wordt ons nu af en toe medegedeeld dat we dit of dat verhaal 'niet hoeven te geloven'. Pardon? Waarom vertelt u het dan? In een roman? Moeten we de eerdere ontboezemingen over hoe Ravel zich in bad voelt dan soms wel geloven?

En dan. Aan het eind van het leven maakt Ravel iets dramatisch door: hij maakt een ongeluk mee en kan daardoor jarenlang niet schrijven. Wat een gelegenheid om daar eens goed over te vertellen. En wat laat Echenoz die gelegenheid liggen. Wat moet een literatuur in een treurige staat zijn, wil dit een van de beste boeken zijn van het afgelopen jaar.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.