Kurt Vonnegut. A Man Without A Country. New York: Random House, 2007 (2005).

Van Kurt Vonnegut heb ik nooit wat gelezen, maar afgelopen zomer heb ik eens urenlang met een Griekse vriendin in Amsterdam naar dit boekje gezocht, dus toen ik het deze week in New York in een boekwinkel zag liggen, kon ik er niet aan voorbij lopen.

En wat een elegant boekje is het! Heel vrolijk is de strekking niet — de schrijver legt in iets meer dan honderd bladzijden uit waarom de aarde gedoemd is kapot te gaan, vooral vanwege onze verslaving aan olie en alle natuurrampen die dat voor ons gaat opleveren — maar er is ook tijd voor mijmeringen over vrouwen en muziek: "If I should ever die, God forbid, let this be my epitaph: The Only Proof He Needed For The Existence of God was Music"

Vooral voor zo'n bijzin zou een andere schrijver een moord doen. Vonnegut schudt ze op zijn oude dag uit zijn mouw. Van zo'n schrijver ga ik nog wel meer lezen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.