Menno ter Braak. Mephistophelisch. Ursa Minor, 1937.

'Wat is mephistophelisch?' vraagt Menno ter Braak in de opdracht van dit essay, of eigenlijk van dit boekje met een aantal kleine brokstukken essays, columns, zo je wilt. 'Dat men niet vondelt? Dat men zich niet vereenzelvigt met een zijner specialismen?' Dat zijn retorische vragen, en Ter Braak liet zich in dit boekje van zijn mefistofelische kant zien. Dat was een fraaie kant: Mephistophelisch staat vol aardige observaties, en is prettig ondogmatisch. Veel is ook nu nog van toepassing, misschien met een paar aanpassingen. Over 'het spellingprobleem' merkt Ter Braak bijvoorbeeld op dat men dit mag beschouwen "als een symptoom van die neiging om zich te onderscheiden van anderen [...] De spellingquaestie is dan ook nooit een zuiver wetenschappelijke queaestie geweest; altijd hebben nevenmotieven, berustend op een verlangen naar onderscheidingsteekenen, de hoofdrol gespeeld. De spelling Kollewijn heeft jaren lang (nu begint het te minderen) flinkheid, frischheid, vooruitstrevendheid, socialisme, geheelonthouding, rein leven e.d. moeten symboliseren; men kon die 'vrolike mensen' reeds uit de verte zien aankomen, eer zij zich nog schriftelijk hadden uitgedrukt."

Prettige schrijver — moet ik meer van lezen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.