George Orwell. 1984. New York: New American Library, 1983 (1949).

Sommige schrijvers willen de lezer duidelijk ergens over na laten nadenken. George Orwell hoort waarschijnlijk wel tot die categorie. Maar wat je dan vervolgens allemaal denkt, kan weer beïnvloed worden door andere boeken die je net gelezen hebt en die je op hun beurt aan het denken hebben gezet.

De laatste keer dat ik 1984 las, was het waarschijnlijk 1984. Ik las het 'voor mijn lijst', als een waarschuwing voor het totalitarisme. Maar nu ik het herlas, had ik net Misdaad en Straf uit. Dat laatste boek had ik gelezen als een boek over eenzaamheid — de eenzaamheid die helemaal duidelijk wordt bij een misdadiger zoals Raskolnikov die zich met zijn daad buiten de gemeenschap plaatst.

1984 lijkt sterk op Misdaad en straf. Het gaat ook over de eenzaamheid van het individu die een misdaad begaat, al is de misdaad op het oog wat subtieler: thoughtcrime, de misdaad om iets anders te denken dan alle andere mensen, bijvoorbeeld dat twee plus twee vier is. Als je er dieper over nadenkt, is Raskolnikov eigenlijk ook een thoughtcriminal, iemand die er vooral ook 'vreemde' gedachte op nahoudt die in een wellevende maatschappij niet is toegestaan. En omgekeerd geeft Winston Smith in 1984 ook toe dat hij als het nodig was voor zijn ideaal zou moorden.

Er zijn meer overeenkomsten. Zo is de belangrijkste ondervrager van de hoofdpersoon in beide boeken een vaderlijke figuur die zijn verdachte maar al te goed begrijpt. Tegelijkertijd zijn er ook ijsselijke verschillen. Voor Raskolnikov is de liefde tussen man en vrouw uiteindelijk misschien wel de redding, maar Winston Smith verraadt uiteindelijk zelfs zijn grote liefde, zodat hem weinig anders overblijft dan de liefde voor Big Brother.

Behalve een variatie op Misdaad en straf is 1984 natuurlijk ook een boek over het totalitarisme, en hopelijk een dat de politieke boodschap overdreven heeft. Het is wel interessant om te zien hoezeer Orwells boodschap de politieke denker Noam Chomsky heeft beïnvloed — dat ik inmiddels enkele boeken van Chomsky gelezen heb, geeft me ook duidelijk een andere kijk op 1984. Heel belangrijk voor Chomsky is bijvoorbeeld het idee dat in een moderne maatschappij propaganda vooral gericht is op de intellectuele elite. Het is vooral belangrijk dat zij geloven dat de maatschappij goed en rechtvaardig in elkaar zit, ook als ze daarvoor een zekere mentale gymnastiek — doublethink in Orwells wereld — moeten plegen om te geloven dat het land in een rechtvaardige oorlog is verzeild geraakt, ook als er recht voor hun ogen allerlei bewijzen zijn van het tegendeel. Orwell's Problem noemt Chomsky dat: hoe kan het dat we over belangrijke politieke kwesties zo weinig weten ondanks stapels evidentie? In zijn ogen leven we nog steeds in een, misschien wat subtielere, variant van de wereld uit 1984.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.