Philip Pullman. The good man Jesus and the scoundrel Christ. Edinburgh: Canongate Books, 2010.

Philip Pullman. The good man Jesus and the scoundrel Christ "And here I am," begint de man die volgens dit verhaal aan de basis van de evangelieën heeft gestaan, "wet with tears, longing to begin telling the story of Jesus, and not just for the sake of making a record of what happened: I want to play with it; I want to give it a better shape; I want to knot the details together neatly to make patterns and show correspondences, and if they were not there in life." Dat is het thema van dit boek: hoe maken we verhalen.
De Britse schrijver Philip Pullman heeft daarvoor een van de krachtigste verhalen ooit genomen — het verhaal van Jezus. Hij laat zien hoe krachtig dat verhaal was, juist door te proberen het 'echte' verhaal te vertellen dat daaronder moet hebben gelegen, het verhaal van de Jezus die wel min of meer die parabels vertelde, maar dat niet altijd even perfect deed; die weliswaar onmiddellijk na zijn geboorte aanbeden werd door wijze mannen, maar voor wie er later hoognodig ook nog een ster moest worden verzonnen.
Het verhaal van Jezus is inderdaad waarschijnlijk een van de aantrekkelijkste die er zijn. In de afgelopen drie jaar las ik Paul Verhoevens Jezus van Nazaret, Die Kinder unseres Viertels van Nachib Machfusz, Nikos Kazantzakis' The Last Temptation en L'Évangele de Jimmy van Didier van Cauwelaert: vier heel verschillende verbeeldingen van het leven van Jezus. En nog heb je geen idee wat er eigenlijk gebeurd is, en nog heb ik er geen genoeg van.
In sommige opzichten blijft Pullman misschien wel het dichtst bij de bijbel. Stilistisch bijvoorbeeld: de vertelvorm ligt heel dicht bij die van de evangelieën, zo dicht dat je je als lezer makkelijk in slaap laat sussen en de indruk krijgt dat het verhaal uit de bijbel nog eens wordt naverteld, voor je door krijgt dat er een vreemde draai aan gegeven wordt.
De opvallendste draai is natuurlijk dat Jezus en Christus twee verschillende personen zijn: tweelingbroers, waarvan de ene min of meer beleeft wat we van Jezus kennen, terwijl de tweede alles optekent en verfraait - hij is de hierboven beschreven evangelische bron - en aan het eind ook nog even optreedt als de uit het graf opgestane Heiland.
Pullmans boek heeft voorspelbaar allerlei boze reacties opgeroepen, en dat komt onder andere door de tamelijk onbegrijpelijke titel (zo'n schurk is die Christus helemaal niet). Toch ademt het vooral een aanstekelijk enthousiasme voor Jezus van Nazareth: juist door die niet helemaal perfecte versies wordt duidelijk wat een bijzondere man daar waarschijnlijk heeft rondgelopen. Het boek is vooral een aanklacht tegen de kerk. In Gethsemane denkt Jezus aan de toekomst, en hij besluit dat er geen kerk moet komen, en áls hij er onverhoopt toch komt, dat de kerk arm moet zijn, en iedereen troost moet bieden en niemand mag verstoten. Als zo'n gedachte niet aanstootgevend is, lees je in The good man Jesus weer een versie van een eeuwig verhaal.

Reacties

pistike65 zei…
En dan heb je nog, in het Esperanto, boeken van Steele en de Seabra:
http://katalogo.uea.org/katalogo.php?inf=7712
http://katalogo.uea.org/katalogo.php?inf=6422
Seabre heb ik wel gelezen, ooit, maar het boek van Steele had ik over het hoofd gezien (terwijl ik dat wel een interessante schrijver vind, Trevor Steele). Ik zal het ook lezen; dank je wel!

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.