Stan de Jong en Koen Voskuil. De Italiaanse maffia in Nederland. Amsterdam: Nw Amsterdam, 2010.
Ik weet niet of me dat bericht over die Brazilianen toen bereikt heeft, het is me in ieder geval niet bijgebleven. Het ging over een vreemde wereld, en ik had zo mijn eigen sores in die tijd, zullen we maar zeggen.
De onderzoeksjournalisten Stan de Jong en Koen Voskuil gebruiken die moord uit 2002 als een sleutelpunt in hun boek De Italiaanse maffia in Nederland. Het is dan ook een van de weinige moorden waarvan het vrijwel zeker is dat ze door de Italiaanse maffia op Nederlands grondgebied gepleegd zijn. De Jong en Voskuil vertellen de verhalen van de verschillende maffiosi die betrokken waren bij die moorden, bijna allemaal leeftijdsgenoten, de meesten een paar jaar ouder, sommigen een paar jaar jonger, en allemaal uit het zuiden van Italië. Maffiosi die Nederland in de jaren negentig leerden waarderen als een schuilplaats waar ze bovendien vrij gemakkelijk de bloemetjes buiten konden laten hangen: fijne bordelen, niet teveel gezeur en onopvallende appartementjes in Zandvoort en Diemen.
Helaas is dit niet zo'n goed boek geworden. Het onderzoek van De Jong en Voskuil lijkt toch vooral te hebben bestaan uit het woordelijk weergeven van allerlei processen-verbaal. Op een paar punten hebben ze wel wat speurwerk ondernomen, maar dat leverde verder niet zoveel op. (Dat ze zelf geen Italiaans spreken, zoals blijkt uit het feit dat ze een tolk bedanken, lijkt me trouwens voor een boek als dit ook een behoorlijke handicap.)
Belangrijker nog is door de nadruk op die liquidatie de ernst van de situatie onderschat wordt. Zo'n moord op twee drugsrunners uit 2002, daar ligt menigeen niet meer wakker van. Dat wordt duidelijk uit het laatste hoofdstukje van De Italiaanse maffia in Nederland. Daarin worden verschillende deskundigen aan het woord gelaten die waarschuwen voor de toenemende invloed van met name de 'Ndranghetta (de Napolitaanse maffia) in Nederland. Het gaat, als je dat hoofdstuk leest, helemaal niet om de bloemetjes die buiten worden gezet of de incidentele moord. Het gaat om de sluipende invloed via drugshandel en onroerend goed, die uiteindelijk de democratie ernstige schade kan toebrengen. Het gaat over onderwerpen waar niemand het over heeft – ook De Jong en Voskuil niet genoeg, misschien omdat ze teveel een lekker verhaal hebben willen schrijven. Hadden ze maar wat meer uitgezocht over hoeveel invloed de maffia inderdaad inmiddels heeft. Wat heeft men zoal in bezit? Zijn er inderdaad al connecties met politieke partijen? Hoe zit het met de relaties met andere maffia's, of met de landelijke penose?
Reacties