Jean-Paul Sartre. Huis clos. Paris: Fremeaux, 2010 (1944).

Jean-Paul Sartre. Huis Clos Drie mensen zitten na een leven vol verraad in de hel. Wat blijkt? Er zijn geen vlammen en geen fysieke martelingen? Er zijn alleen die andere mensen, met wiens oordeel ze voor eeuwig zitten opgescheept.

Sartre was dit jaar dertig jaar dood en vierde tegelijk zijn honderdvijfde verjaardag. Ik geloof niet dat het uitbundig gevierd is, ik heb er in ieder geval weinig van gemerkt. Op de valreep heb ik me dan zelf nog maar even in een werk van de man verdiept - Met gesloten deuren, zijn toneelstuk uit 1944, in een soort hoorspelversie, met een voorwoordje van de schrijver zelf.

In dat voorwoord zegt Sartre dat zijn "l'enfer, c'est les autres" vaak verkeerd begrepen wordt. Hij bedoelde niet te zeggen dat alle relaties met anderen altijd de hel vormen, maar alleen verkeerde, ongelukkige relaties met anderen. We kunnen onszelf alleen zien door andermans ogen - in het toneelstuk gebeurt dat letterlijk doordat er geen spiegel is, en de mensen zichzelf alleen kunnen bekijken in de ogen van de ander.

Belangrijker dan dat alles is volgens mij iets anders dat Sartre over het toneelstuk zegt: een belangrijk verschil tussen de beschouwer van het stuk en de figuren op het toneel, is dat de laatste dood zijn en de eerste (hopelijk) niet. Wie dood is, kan niets meer veranderen. Voor hem geldt onherroepelijk: eenmaal een lafaard, voor altijd een lafaard. Maar dat geldt cruciaal nu juist niet voor degene die in de zaal zit, of naar zijn iPod luistert. Je hebt alles altijd zelf in de hand, je kunt altijd kiezen, en je kiest ook feitelijk altijd. Zelfs als je zogenaamd geen keuze hebt (een pistool staat op je slaap gericht, de kwade genius greinst je toe) kun je er toch nog voor kiezen je dan maar overhoop te laten schieten. Dat je dat niet doet, maakt je verantwoordelijk voor hoe de situatie is, maar maakt het ook altijd mogelijk die situatie te veranderen.

Sartre lijkt na dertig jaar steeds onherroepelijker te verdwijnen in de hel van andermans meningen: dat hij het communisme heeft goedgepraat, dat kan hij nooit meer goedpraten. Maar dat hij daarnaast enkele interessante ideeën naar voren heeft gebracht, daar moeten wij levenden dan nog maar op wijzen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.