Tomas Ross. De tweede november Uitgeverij Cargo, 2013.

Gisteren was het precies negen jaar geleden dat Theo van Gogh werd vermoord. De week voor zijn dood had hij nog ruzie gemaakt met thrillerschrijver Tomas Ross over de montage van de film De zesde mei, over de moord op Pim Fortuyn. Ross had het scenario van die film geschreven, waarin werd gesuggereerd dat de AIVD die moord bewust niet had verhinderd.

Al op de dag van de moord vroeg een journalist aan Ross of er nu ook een boek kwam De tweede november. Ross wees dat van de hand als ongepast, en bovendien vond hij het niet aan de orde: dit was duidelijk geen complot, maar de actie van een groep dolgedraaide moslimjongeren.

Inmiddels is Ross er anders over gaan denken, en nu is deze week De tweede november toch verschenen. Er zat, in dit nieuwe boek, wel degelijk wat achter. Van Gogh krijgt bewijzen in handen dat de overheid inderdaad wat afwist van de moord, en dat Mat Herben per se Pim Fortuyn moest opvolgen om de JSF erdoor te drukken. En dat gebeurt een paar uur voordat hij wordt vermoord.

De AIVD speelt in De tweede november de rol van een misdadige organisatie, die vooral eigen medewerkers afluistert en als het zo uitkomt op gruwelijke wijze vermoordt. Een joods-Marokkaanse informant, Hamid Mansur, die oorspronkelijk is ingehuurd om Mohamed Bouyeri (die ook al voor de AIVD blijkt te werken) te bespioneren, krijgt uiteindelijk die hele organisatie achter zich aan wanneer hij teveel bewijzen blijkt te verzamelen. Samen met de journaliste Puck Labrie van De Telegraaf probeert hij zo snel mogelijk duidelijk te krijgen wie er nu eigenlijk vermoord gaat worden op 2 november ('een politicus die bevriend was met Pim Fortuyn').

Ik lees zelden thrillers, maar dit boek (waarvan de uitkomst in zekere zin natuurlijk duidelijk is, in ieder geval voor iedereen die ouder is dan een jaar of 25) zit bijzonder knap in elkaar. Fictie en werkelijkheid zijn wel heel knap door elkaar vermengd: dat iemand die fictie maakte van een eerdere moord uiteindelijk vermoord wordt, waarbij de fictie suggereert dat die moord wel degelijk met de eerste te maken had - dat is heel knap gedaan. Zoals er ook allerlei aardige details in zitten (sommige personages zijn intensief bezig met complottheorieën rondom de moord op Kennedy – Ross is natuurlijk bezig daar het Nederlandse equivalent van te construeren).

Het enige echt onwaarschijnlijke detail in het boek vond ik dat Puck Labrie te pas en te onpas door allerlei voorbijgangers wordt herkend van het fotootje dat naast haar column in De Telegraaf staat (ze is ook op AT5 geweest, maar daarvan kun je in Delft ook niet herkend worden). Dat wil niet zeggen dat ik in het werkelijke leven echt geloof hecht aan het verhaal van De tweede november. Ik denk ook niet dat dit de bedoeling van Ross is – hij schept een literair genre waarin ingenieuze alternatieve werelden worden geschapen die helemaal compatibel zijn met wat wij over onze wereld weten. Maar het heeft een intrigerend boek opgeleverd, een waar monument voor de dikke man die die negen jaar geleden zomaar overhoop gestoken werd.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.