Daniel Kehlmann. Du hättest gehen sollen. Rowohlt, 2016.

Literatuur kan soms ook aangenaam zijn. Je kunt wel zeggen dat je letterkundig werk leest om doorlopend je wereldbeeld aan te passen en bij te stellen, om van de sokken te worden geblazen door verontrustende visies op hoe vreselijk het allemaal is. Maar soms is het toch ook prettig om in een park te zitten, een paar uur lang op een bankje en je dan een goed verhaal te laten vertellen.

En wat een steengoed verhaal is Du hättest gehen sollen. Een spookverhaal! jazeker. Een gezin dat bestaat uit een wat uitgebluste scenarioschrijver, een actrice en hun gezamelijke kind trekt voor een vakantie naar een huisje in de bergen. Maar gaandeweg blijkt er van alles mis te zijn in het huisje: er is ergens een deur waar hij eerder niet was (!), de man ziet zichzelf soms niet in de spiegel (!!), met een geodriehoek valt na te meten dat de hoeken van een driehoek soms meer en soms minder dan 180 graden tellen (!!!)

Kortom, de klassiekers van een spookverhaal. Toch wordt het nooit echt eng. Ik lees niet veel spookverhalen, dus misschien hoort dat sowieso niet in het genre, maar het genoegen van Du hättest gehen sollen zit wat mij betreft minder in lekker griezelen dan in gaandeweg lekker beseffen dat dit verhaal, dat begint als een conventionele Duitse contemporaine roman over een middelbaar echtpaar met huwelijksproblemen (alle Duitse contemporaine romans gaan over middelbare echtparen met huwelijksproblemen) langzaam maar zeker verandert in een spookverhaal.

En dat er allerlei literaire trucs doorheen worden gemengd. Dat de vader op een bepaald moment een tocht maakt met zijn dochtertje, achterwaarts lopend van het huisje de berg af, waarbij je de hele tijd denkt Erlkönig. Tot je ineens beseft: ze zijn de hele tijd de berg afgelopen en nu toch weer terug bij het huisje. Dat er allerlei verwijzingen zijn naar ideeën over hoe je een verhaal moet structureren – de man wil zijn vakantie gebruiken om het vervolgscenario van een humoristische succesfilm nu eindelijk eens vlot te trekken, hij leest zijn dochtertje allerlei bizarre kinderboeken voor.

En dat ook die literaire technieken net zo min als de spooktechnieken in dit geval de functie hebben om je omver te trekken, maar om je een paar uur te amuseren, in de zon, op een bankje.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.