Manon Uphoff. Gemis. Podium, 1997

 

Gemis van Manon Uphoff had ook Controle genoemd kunnen worden. Ja, de hoofdpersoon, Mara, voelt, als puber die ze is, in het grote gezin (zes kinderen hebben haar ouders, die beide gescheiden zijn en uit hun vorige huwelijk ieder ook nog kinderen hadden) waarin ze leeft allerlei vormen van gemis. Maar minstens even hard is ze bezig te proberen in de chaos van dat grote gezin alles onder controle te krijgen.

Zo'n gigantisch gezin betekent dat er de hele tijd van alles gebeurt dat niet onder controle te brengen is. En dan is de puberteit sowieso een tijd zonder macht. Dus is het niet zo gek dat je probeert wel iets te beïnvloeden

Mara probeert de macht te grijpen, bijvoorbeeld via de mannelijke seksualiteit. In een scene laat ze een tijdlang 's avonds haar rode kimono openvallen achter het raam van het ouderlijk huis, en lijkt wat teleurgesteld dat er slechts één man aanbelt. Wat later neemt ze een puisterige puber als vriendje, en dat 'nemen' is vrij letterlijk: ze laat er geen misverstand over bestaan tegenover hem dat de relatie asymmetrisch is, ze geniet er vooral van hoe ze hem in haar macht heeft, hoe hij niet kan ophouden te huiveren als ze zijn huid aanraakt.

'Je moet wel onthouden dat ik niet verliefd ben,' riep ik. 'Jij kent alleen mij,' zei ik. 'Maar ik heb anderen gehad.' Steeds als ik woorden als 'ander', 'verdriet' of 'verliefd' uitsprak, voelde het alsof ik mijn hand in een poel stak waar ik uit kon trekken wat ik wilde (alleen was het oppervlak langzamerhand zo vertroebeld dat ik geen idee had wat mijn handen vastgrepen).

Dat laatste, achteloze, bijzinnetje, laat natuurlijk ook alweer de betrekkelijkheid van die macht zien. Mara kan wel denken dat ze anderen in haar macht heeft, maar feitelijk doet ze maar wat, feitelijk speelt ze gevaarlijk spel. Ze tast in het duister.

Ook de andere personages proberen op de een of andere manier de macht te grijpen over de werkelijkheid. Mara's vader bijvoorbeeld – overdag statisticus – via de kunst, door 's avonds schilderijen te maken van zijn vrouw toen ze nog jong was. 

Ook de taal speelt een belangrijke rol bij pogingen alles onder controle te krijgen. Dat blijkt al uit bovenstaande passage. In een andere blijkt dat broer Nikolaj niet goed kan leren. De vader gaat hem dan bijles geven, en spreekt zonder dat hij er erg in heeft een heel grappige zin uit:

'Dat is een passief-constructie,' zij mijn vader. 'Het subject van de zin doet niets, gebruik dan toch je hérsens.'

Hoe langer de bijles duurde, hoe minder Nikolaj van de uitleg begreep. Hij raakte vertrikt in de fuik van de taal en gaf antwoorden vol lussen en knopen. Mijn vader reageerde in ongeduldig staccato. 

'Parels voor de zwijnen,' riep hij geïrriteerd. 'Luister dan toch eens een keer. Waarom gebruikt men het passief? Omdat men soms niet weet wie iets doet. Bijvoorbeeld: er wordt hier een kerk gebouwd. maar wie dat doet, dat weet je niet. Er wordt gehuild. Wie dat doet, weet je niet. Ook kan het zijn dat je het misschien wel weet, maar het niet belangrijk vindt dat te zeggen.'

De poging om via een taalles de toekomst van Nikolaj alsnog onder controle te krijgen mislukt zo. Nikolaj heeft geen macht over de taal. Tegelijkertijd gaat het natuurlijk niet toevallig net over de passiefconstructie die de handelende persoon, degene die de situatie in zijn macht heeft, weglaat. Bijvoorbeeld omdat de schrijver "het niet belangrijk vindt dat te zeggen". 

Ook de keuze van een titel voor je boek is natuurlijk een kwestie van controle uitoefenen. Controle had het er allemaal net wat te dik boven opgelegd – met Gemis wordt de lezer een andere kant op gestuurd.

 

 

 

 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.