Frida Vogels. De vader van Artenio. Van Oorschot, 2020.

 


Misschien heb ik me Frida Vogels vergist. Het genre van het dagboek ligt me niet zo, ik begrijp niet goed wat mensen ermee willen, dat eindeloos noteren van opmerkingen voor zichzelf. Haar cyclus De harde kern leek me te bieden wat me minder aan Voskuil bevalt en dan in het kwadraat: een nog kleiner wereldje, nog benauwender rondjes draaien in dat kleine wereldje, op zoek naar het ‘zelf’.

Maar nu me ik aan een klein, net verschenen boekje gewaagd heb, De vader van Artenio, blijkt het het béste van Voskuil te zijn, en dat in het kwadraat: nauwkeurige observatie van een ander, en dat met des te meer liefde als die ander een verschoppeling is. 

Artenio is de man van Frida.  Zijn vader is heel trots op de naam die hij zijn zoon heeft gegeven, een naam die niet zomaar een heiligennaam is maar die echt wat betekent: een combinatie van arte en genio.  Artenio’s vader kwam er aan het begin van de twintigste eeuw alleen voor te staan: toen hij dertien was, overleed zijn vader en moest hij voor het gezin zorgen. Hij ontwikkelde zich zo goed en zo kwaad ging, werd socialist en politicus. Maar toen de fascisten aan de macht kwamen weigerde hij compromissen te sluiten en wijdde zich aan zijn boomgaard  

Door zijn schoonfamilie in wiens huis hij woont wordt hij als een boerenpummel gezien en ternauwernood aan de eettafel geduld. Frida, zelf ook een buitenstaander in dat huis als ze er iedere zomer op vakantie komt, ziet wél hoe goed hij op alles let, hoe veel hij ziet, hij zorgvuldig hij is in zijn gedachten en in zijn doen. Net als zij blijkt hij een schrijver, die aan het eind van zijn leven zijn memoires opstelt (jammer dat we die niet te lezen krijgen).

Ik zal niet ontkennen dat er een persoonlijk extra genoegen zat in dit boekje: mijn schoonfamilie woont niet zo heel ver weg van die van Frida Vogels (iets meer dan 100 kilometer)  en hoewel haar verhalen gaan over meer dan 50 jaar geleden, en geen enkele familie, gelukkig of ongelukkig, lijkt op een andere, is er duidelijk van alles nog niet veranderd in Zuid Italië: de neiging om bij alles eerst stil te staan wat een ander ervan denkt, het geroddel, de grote gastvrijheid die het tegelijkertijd voor een Nederlands schoonkind ook lastig maakt zich thuis te voelen omdat je nooit weet wat de mensen nu echt denken. 

Maar ik geloof dat ik het niet minder mooi had gevonden als Artenio’s vader een Roemeen of een Japanner was geweest. De vader van Artenio geeft een ontroerend inkijkje in het menselijk bestaan: de moeilijkheden ( dood, eenzaamheid) en de mooie kanten: soms zie je ineens iemand anders.   


Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.