Hanna Bervoets. Ivanov. Atlas Contact, 2017.

 



Er zijn allerlei redenen dat de verteller van Hanna Bervoets' roman Ivanov een man is. Het is nodig dat hij een kind krijgt samen met een apin, zonder dat dit fysiek heel erg ingrijpt in zijn bestaan. Het is nodig dat hij een homoseksueel is omdat hij in de jaren negentig New York bezoekt en HIV een belangrijke rol speelt in het boek. 

Maar het lijkt me vooral nodig omdat een belangrijk thema in het boek stippellijntjes zijn: de stippellijntjes van de wetenschappelijke en de journalistieke moraal, die ruimschoots worden overschreden (experimenten doen waarbij je mens en aap kruist, me dunkt; voor je journalistiek artikel inbreken, nu ja), maar (dus) ook van de grens tussen mens en aap, of tussen heden en verleden, of die tussen genialiteit en gekte,  (En ook op een wat lager niveau: die tussen wijn en azijn, tussen een woonkamer en een verborgen werkkamer, tussen een wild meisje en een keurige hockey mom). 

Zo is er dus ook de grens tussen vrouw en man – Bervoets trekt die stippellijn over en glorieert, want haar Felix steekt op een heel geloofwaardige manier in zijn mannenlichaam. En zo is er de grens tussen een spannend verhaal en een filosofische verhandeling – die steekt ze zelfs meermalen over in deze roman die vol ideeën zit zonder een ideeënroman te worden en vooral een pageturner te blijven: hoe ver is die rare professor Helene Frank nu eigenlijk – hoe ver durfde ze te gaan in haar pogingen mensen en apen te kruisen? En waarom deed ze dat? En wat had de vroeg-twintigste-eeuwse geleerde Ivanov daar precies mee te maken?

Tegelijkertijd gaat het verhaal ook over de geheimen die menselijke relaties uitmaken – het aloude thema dat we de lui niet kennen, al zien we ze. Hier komt dat thema natuurlijk onder spanning te staan door die stippellijnen: kunnen we eigenlijk wel geheimen bewaren? En zijn een heleboel veronderstelde geheimen niet vooral leegte – is er wel altijd een verklaring voor transgressief gedrag? Aan het eind van de roman maakt Felix een Matroesjka open en ziet dat er geen enkel ander matroesjka in zit. 

Ik moet erbij zeggen dat het einde nu net wel érg zwanger gaat van symbolen – maar net als Nooit meer slapen kan dat het boek toch niet meer doen mislukken. Ja, ik geloof dat Nooit meer slapen met Ivanov eindelijk een goede tegenhanger heeft gevonden: een spannend boek over wetenschap en over de jeugd (en zelfs de relatie met ouders hebben de twee boeken met elkaar gemeen). 

Ik vind het werk van Bervoets sowieso een wonder – zo oud is ze niet, en zoveel ijzersterke boeken heeft ze geschreven, voor zover ik ze ken allemaal gebaseerd op ijzersterke verhalen en gevuld met interessant gedachten. Ze is een van de interessantste schrijvers die we momenteel hebben.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.