Johan Fretz. Onder de paramariboom. Lebowski, 2020

 


Soms is een boek lastig te peilen. Aan het begin van Onder de paramariboom lijkt de verteller, die net als de schrijver Johan Fretz heet, af en toe nogal waanwijs. Hij verkondigt theorietjes over hoe oud en verstandig je bent als je 29 bent (later in het boek zegt hij dat 66 wel wat jong is om te sterven maar nu ook weer niet heel erg jong) en schetst hij karikaturen van zijn Surinaamse moeder en zijn Haags-Duitse vader: individueel voldoen ze aan allerlei standaardbeelden van Surinaamse vrouwen (lawaaiig aanwezig) en Haagse mannen (altijd kankeren maar met een hart van goud), en samen kibbelen ze zoals personnages in een poppenserie kibbelen. 

Als lezer weet je niet of dat nu is omdat de schrijver Johan Fretz zo naïef is, of alleen de verteller. 

Gaandeweg krijgen verteller, vader én moeder veel meer diepgang – blijken ze allemaal veel minder aan de karikaturen te voldoen. Maar dan weet je het eigenlijk nog steeds niet.

Het lijkt er hoe dan ook op of de verteller of de schrijver de zaken af en toe niet in de hand heeft. De kern van het verhaal is een trip die zoon Johan met zijn moeder Gloria maakt naar Suriname, het land waar zij vandaan komt en hij, hoewel in Nederland geboren, op een bepaalde manier dus ook voor de helft: een verhaal over racisme en familiebanden, cultuurverschillen, aanpassing, en dat allemaal op een heel inzichtelijke manier gedaan. Leerzaam, zo zou je dit boek wel kunnen noemen.

Maar daar doorheen zit een draadje van liefde omdat Johan ter plekke een meisje ontmoet van Nederlands-Hongaarse afkomst dat in Suriname is om onderzoek te doen voor een scriptie. Die Jaantje wordt kennelijk de vrouw van zijn leven. Maar dat draadje is maar heel zijdelings (haar 'halfbloed'-afkomst) vervlochten met de rest, het lijkt er eigenlijk alleen maar in te staan omdat het vermoedelijk in het echt zo is gegaan. Dat hele liefdesdraadje is ook nauwelijks uitgewerkt: het meisje staat vrijwel onmiddellijk voor zijn neus en de vlam slaat in, ze willen hun leven verder samen delen.  Terwijl er wel 'roman' op het omslag staat.

Het is kortom juist het authentieke dat in dit boek het meest raakt: Onder de paramariboom is vooral een heel wijs boek (en dat voor een 29-jarige, ha!) en een boek waaruit je iets kunt leren over het Suriname van nu en de Surinamers van nu. Het leest ook nog eens als een trein – misschien moet je als lezer ook niet altijd zo moeilijk willen doen om alles te 'peilen'. 


Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.