Roberto Calasso. Come ordinare una biblioteca. Adelphi, 2020.




Als een mens dan toch met alle geweld iemand moet zijn, dan zou ik wel graag Roberto Calasso willen zijn – zo'n ouderwetse mediterrane intellectueel, iemand met een voortreffelijke literaire smaak, iemand die alles gelezen heeft wat van waarde is, iemand die iedereen kent die interessante dingen te vertellen heeft,  iemand die sinds een paar jaar de eigenaar is van de smaakvolle uitgever Adelphi, en iemand die zich ook nog eens in elegant proza weet uit te drukken.

Helaas, ik ben Roberto Calasso niet. Maar een van de genoegens van het lezende bestaan is dat ik wel in staat ben soms, heel even, door zijn ogen naar de wereld te kijken.

In Come ordinare una biblioteca verzamelde Calasso vier essays over zijn favoeriete onderwerpen: bibliotheken, boekwinkels, boeken, lezen. In het titelessay, dat bijna de helft van het boekje beslaat, vertrekt hij van de vraag hoe je je eigen boekenverzameling moet ordenen. Het is bijna onmogelijk om dat te doen, zegt hij, want iedere ordening is verkeerd. Je moet boeken zo in je bibliotheek plaatsen dat ze naast een ander boek staan dat je eigenlijk blijkt te willen hebben. Maar ieder boek heeft op allerlei manieren met ieder ander boek te maken.

Het is een aanleiding tot een pleidooi voor de inclusieve bibliotheek: ook de 'boekies', ook de pornografie, de astrologie en de detective – horen erbij – aangeraakt als ook die boeken worden door de smaak, de goede smaak, van de eigenaar. 

In het vierde en laatste essay – Come ordinare una libreria – blijkt dat iets anders te liggen. (Tussendoor zijn er twee korte essays gepasseerd over het tijdschrift en de recensie – want een goede boekwinkel moet juist wég van de ambitie om alles te hebben, zegt Calasso. Amazon valt toch niet te verslaan in de fysieke wereld. De goede boekwinkel, de enige die kan overleven, de enige die moet overleven,  is de boekwinkel die een duidelijke keuze maakt. 

Die tegenstelling is maar schijn, want wat de boekwinkel en de bibliotheek bindt is de smaak van de eigenaar, het gevoel voor kwaliteit. Dat is geloof ik Calasso's belangrijkste pleidooi, om ruim baan te bieden aan die goede smaak. Hij geeft een fraaie beschrijving van de ware lezer, die wars is van het koffietafelboek, omdat dit iets tijdelijks is, iets dat alleen maar afleidt van het almaar voortbanen van het pad door het leven en het weten en de menselijke ervaring die het lezen is.

Dit alles kun je alleen maar lezen binnen de specifieke boekencultuur die de Italiaanse is. Ik ken in Nederland geen boekwinkel als D'Ovidio, een doodgewone boekwinkel in het stadje Lanciano waar ik nu eenmaal vaak kom – en waar grote stapels boeken op de tafels liggen, maar dan van allerlei titels door elkaar en zonder duidelijke orde. Niet een grote stapel van iedere bestseller: ik geloof niet dat ik er ooit meer dan één exemplaar van een boek heb gezien (al denk ik dat er buiten het zicht wel zulke stapels zijn). Uit Calasso's boekje leerde ik trouwens ook een woord dat ik niet kende, althans in deze betekenis: collana (halssnoer), voor de series op een zelfde manier vormgegeven boeken die vrijwel alle uitgevers hebben.

Daarmee kan niet gezegd worden dat de Italiaanse leescultuur nu per se zoveel idealer is dan de Nederlandse. Ik geloof dat er in Italië al een stuk minder gelezen wordt. Maar voor een soort verfijnde leescultuur die je bij ons niet eens zou durven benoemen omdat er dan allerlei mensen woedend worden is nog wel voldoende ruimte. 


Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.