Sanneke van Hassel. Nederzettingen. De Bezige Bij, 2019.

 


Nederzettingen is een verhalenbundel over een milieu, en wel een milieu dat je weinig beschreven ziet: dat van de elite die het niet breed heeft. De meeste personages zijn vermoedelijk hoger opgeleid, ze hebben het beste met de wereld voor, ze zullen nooit op een populistische partij stemmen, ze leven een burgerlijk bestaan, maar ze hebben het niet breed – ze werken als pro deo-advocaat, ze proberen voor zichzelf te beginnen, ze zijn schrijfsters van korte verhalen. 

Ze wonen bijna allemaal ook nog eens in Rotterdam – de eeuwige tweede onder de Nederlandse steden. Die nederzetting is belangrijk – je bent in Rotterdam, in de stad waar het altijd waait en de grote brede rivier nooit ver weg is, en wel in een rijke wijk maar een arme straat in die wijk (zoals Van Hassel het zelf ergens beschrijft).

Er heersen daar geen heftige emoties, al broeit er onderhuids voortdurend wat. Je hebt als lezer de neiging de personages toe te schreeuwen: kus ze op hun bek! Of sla daar juist op! Maar de personages zijn daar te keurig voor – en de frustratie die je dan als lezer voelt doet je beseffen dat in veel fictie mensen ook wel heel extreem reageren. Maar juist dat onderhuidse en onuitgesprokene – in sommige verhalen lukt het beter dan in andere, maar het lukt bijna overal – vind ik heel ontroerend.

Er is een verhaal waarin zo'n gezin een Syrische vluchteling aanneemt om hun huis te schilderen. De man vraagt weinig geld, maar hij kan het niet en zij kunnen hem eigenlijk niet betalen. Op het eerste gezicht is het daarmee een lichte satire op de brave politieke correctheid, maar die financiële krapte ligt er wel als een waas overheen. Het wordt allemaal niet heel erg kolderiek. 

Het zijn het soort problemen waarover heel moeilijk te schrijven valt, omdat het oppervlakkig gezien zo weinig extreem is. Het is niet de zelfkant van pooiers en criminelen en het is niet de glamoureuze wereld van succesvolle schrijvers, het is het dagelijkse getob. Maar precies dat vangt Van Hassel in deze verhalen: je kunt van alles meehebben in het leven, en toch blijft het gemodder en geploeter. 

Het laatste verhaal is wat dat betreft een hoopvol slotaccoord. Het gaat over een betrekkelijk atypisch personnage, een oude man die uit zijn huis getakeld wordt en vol liefde zijn buren opsomt en overziet. Eindelijk gaat er iemand omhoog in dit boek, al is het dan ook naar een rusthuis of een ziekenhuis, maar hij bekijkt zijn medeburgers met sympathie en warmte – de blik, ongetwijfeld, van de schrijver. 


Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.