Barry Smit. De zaak-Mulder. Lebowski, 2020

 



De schrijver waarschuwt de lezer aan het begin van De zaak-Mulder: dit verhaal is fictie. Tegelijkertijd is het op allerlei manieren duidelijk gedocumenteerd, dat blijkt al uit het omslag van het boek. De feiten – althans de feiten over de moord – kloppen. Wat me vooral verzonnen lijkt is wat de mensen zoal zeggen, en dan vooral wat ze zeggen in de rechtszaak.

De zaak-Mulder is dan ook geloof ik niet zozeer fictie op basis van feiten, maar een roman over fictie op basis van feiten. Ook weer op het omslag staan die feiten eigenlijk al: "Op een winteravond in 1937 rijdt een auto het kanaal in. Drie gezinsleden overleven het niet." Die drie gezinsleden zijn drie van de kinderen. Een kindje overleeft het wel, net als de vader en de moeder. Het lijkt een ongeluk, maar op een bepaald moment ontstaat er twijfel aan die verhaal. Wilde de vader niet op deze manier zijn gezin om het leven brengen om een relatie te beginnen met een andere vrouw?

Wie ooit naar een aantal knappe sprekers in een debat heeft kunnen luisteren kent het gevoel heen en weer geslingerd te worden: eerst komt spreker A, en die zegt het ene, zodat je als luisteraar geneigd bent te denken: inderdaad, het kan niet anders zijn dan dat ene. Daarna komt spreker B, die het tegenovergestelde ezegt, zodat je onmiddellijk gelooft dat het ene natuurlijk nooit kan kloppen. Die truc haalt Barry Smit voortdurend uit met de lezer. Je krijgt (waarschijnlijk dus gefingeerde) verslagen te lezen over de rechtszaak en het hoger beroep, en de ene keer lijkt het zonneklaar dat Mulder het gedaan heeft, en een paar bladzijde daarna weer dat hij het natuurlijk nooit gedaan kan hebben. Dan volgt het hoger beroep, en blijken alle verhalen net een beetje anders te zijn geworden, maar alsnog maak je diezelfde slingerbeweging.

Het geeft een enorm interessante draai aan een oud thema van heel veel fictie: we weten nooit wat er waar is of niet, al siet men de luy, men kentse daarom niet, de grenzen tussen fantasie en werkelijkheid zijn onduidelijk. Hier is een verhaal dat echt gebeurd is (echt!) en je krijgt alle feiten voorgeschoteld, en toch zijn er volkomen tegenstrijdige verklaringen precies even waarschijnlijk. Aannemelijk is uiteindelijk in ieder geval dat ook Mulder zelf niet zeker weet of hij het nu gedaan heeft of niet – en dat alles zonder dat de schrijver halsbrekende toeren heeft moeten uithalen.

De waarheid is niet te achterhalen, misschien wel nooit. Een heel knap verhaal – om nog vaak over na te denken.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.