Harm Ede Botje & Mischa Cohen. Mijn meningen zijn feiten. Atlas Contact, 2020.



Een van de effecten van het lezen van Mijn meningen zijn feiten. De worden van Thierry Baudet, is dat je vanzelf een zekere weerzin krijgt tegen Nederland en zijn zogeheten 'elites'. Hoe is het mogelijk dat zo'n blaaskaak, iemand die met zó weinig talent op welk gebied dan ook, heeft kunnen promoveren, een column in NRC heeft kunnen schrijven, twee romans heeft kunnen publiceren, gast is geweest in allerlei praatprogramma's, en serieus is (erger nog: wordt) genomen als politicus? 

Het antwoord dat steeds weer gegeven lijkt is: we dachten wat een leuke, originele jongen, die allemaal dingen zegt die leuke, originele jongens niet vaak zeggen. Het antwoord is steeds: hij is een knappe jongen met een vlotte babbel. En uitgever Mai Spijkers is de enige die het in dit boek hardop zegt: 'het is ook handel', men dacht aan hem te kunnen verdienen. Hij was een rijzende ster omdat hij een rijzende ster was en iedereen bang was deze trein te missen.

Het typische verhaal van een charlatan, want geen van al die zaken is gerechtvaardigd. Baudet is een doctor die niets van wetenschap begrijpt, een romanschrijver zonder inlevingsvermogen, een columnist met de analytische gaven van een kaarsstompje, iemand van wiens hysterische blik in de ogen de gemiddelde kijker nachtmerries moet krijgen. 

Hij is ook, blijkt uit Mijn meningen zijn feiten, dat een biografie is van Baudet, een door en door onzekere man, iemand die zich overschreeuwt. Vooral het laatste jaar is hij zich steeds meer gaan terugtrekken in een kleine echokamer waarin hij nooit meer wordt tegengesproken, maar die eigenlijk een mislukking als politicus, zo staat tussen de regels door te lezen, vrijwel onvermijdelijk maakt. Maar wat moet hij dan nog gaan doen?

De tijd gaat steeds langzamer lopen in Mijn meningen zijn feiten. Over de jeugd wordt betrekkelijk snel heengegaan, terwijl naarmate het nu vordert (en het boek eindigt zo ongeveer gisteren, ik geloof echt niet dat er iets met Baudet gebeurd is dat niet in dit boek staat), het tempo steeds trager wordt. Misschien is het kenmerkend voor biografieën, we weten nu eenmaal meer over gisteren dan over eergisteren. Maar het geeft ook het beeld van iemand die inderdaad steeds meer verstart. Als scholier of jong student was het nog een soort charmante bravoure, maar inmiddels draait de man zich vast – de beloften die hij iedereen heeft gedaan kan hij niet waarmaken, om te provoceren moet hij grijpen naar steeds treuriger onzinpraatjes.

Want, oh ja, er is tóch iets wat niet in Mijn meningen zijn feiten staat: het treurige beeld van vorige week van Thierry Baudet met zijn nuffige sjaaltje en zijn bekakte accent (en zijn doctorstitel en zijn twee romans op zijn naam) die door een kapotte megafoon een groepje QAnon-gelovigen toe staat te roepen, mensen in wiens aanwezigheid hij een paar jaar geleden nog geen twee mensen zou willen verkeren, mensen die hij tot op het bot moet verachten. Het beeld staat niet in het boek, maar het wordt er al wel in aangekondigd.
 

Reacties

Dit schreef je dus eind oktober. Het was vrij profetisch, zo is gebleken.

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.