Édouard Louis. Monique s'évade. Le prix de la liberté. 2024.

 


Édouard Louis heeft een materialistische kijk op de kloof in de moderne westerse maatschappij: ja, er is een verschil tussen 'theoretisch opgeleiden' en 'praktisch opgeleiden', en een cultureel verschil dat zich steeds meer vertaalt in een politiek verschil. Maar de kern van het probleem blijft geld.

In Louis' boeken is steeds een man aan het woord die komt uit een arm milieu in het noorden van Frankrijk. In zijn laatste boek, Monique s'évade, is die man een bekend schrijver die soms worstelt met schuldgevoel: waarom heeft hij het zijn moeder aangedaan dat hij de ellende uit zijn jeugd heeft beschreven en op die manier naar publiek gemaakt? 

En dan vertrekt zijn moeder, Monique, van de man met wie ze is gaan samenwonen nadat ze de vader van de verteller verliet. Die vader was gewelddadig, vaak dronken, en vernederde haar voortdurend. Uit het dorp in het noorden vluchtte Monique daarom naar Parijs waar ze een nieuwe man tegenkwam, die gewelddadig was, vaak dronken en die haar voortdurend vernederde. Ook van die nieuwe man maakt Monique zich nu los, met de hulp van haar zoon.

Een zoon die inmiddels rijk genoeg is om haar te helpen – haar op te vangen, ervoor te zorgen dat ze een nieuw huis kan kopen, dat ze voor het eerst in haar leven op eigen benen kan staan, niet meer afhankelijk van een man. Hij is, ironisch genoeg, zo rijk geworden door precies die boeken waarover hij zich soms schuldig voelt. Aan het eind van Monique s'évade neemt hij haar mee naar Duitsland, waar een theatervoorstelling is gemaakt rond het vorige boek dat hij over haar schreef. Na afloop wordt ze op het podium geroepen en ontvangt ze een staande ovatie.

De zoon is door studie aan het milieu ontsnapt en kan nu ook zijn moeder helpen ontsnappen. Maar die ontsnapping is alleen mogelijk dankzij geld:

Combien de personnes, combien de femmes changeraient de vie si elles obtenaient un chèque?

Monique s'évade was voor mij onder andere een bijzondere leeservaring omdat ik, geloof ik, voor het eerst een boek las waarin een ouder iemand wordt beschreven die ongeveer even oud is als ik: Monique is 57 aan het eind van het boek, en ik ben 56. Ze kan niet met computers omgaan, ze spreekt geen woord buiten de deur, dat ze nu, als het ware aan het eind van haar leven, ineens vrij is, wordt beschreven als een groot goed.

Ik ben nog steeds geneigd me meer te vereenzelvigen met de zoon. Maar ook dat is vermoedelijk een klassekwestie: mijn levensstijl staat dichter bij de zijne. Dankzij het geld. Ik ben opgeklommen naar een klasse waarin je nog niet oud bent als vijftiger, Monique zit in een fase waarin je dan alleen nog voor de kleinkinderen kunt zorgen. 

De roman heeft als ondertitel Le prix de la liberté en de verteller zegt dat hij het boek oorspronkelijk wilde schrijven als een soort boekhouding: zoveel euro's hieraan uitgegeven, zoveel daaraan. Dit is wat de vrijheid kost. Hij heeft ervan afgezien omdat het boek met al die getallen onleesbaar werd (op zich een interessante observatie). 

De ondertitel Le prix de la liberté verwijst naar een korte bespiegeling van de verteller over Virginia Woolf die honderd jaar geleden schreef over de vraag waarom zo weinig vrouwen schrijven, en die dit weet aan materiële oorzaken: ze hebben geen eigen kamer, geen geld genoeg om zich geen zorgen te hoeven maken over de tijd die ze aan het schrijven besteden. Het probleem van het geld wordt onderschat, denkt Louis:

Woolf avait compris, cent ans plus tôt, que la liberté n'est pas d'abord un enjeu esthétique et symbolique, mais un enjeu matériel et pratique. Que la liberté a un prix.

Zo is het.  


Reacties

Populaire posts van deze blog

Het eerste kwart: Lize Spit, Het smelt

Jan Oegema, Keizersdrama. Lucebert opnieuw, 2024

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.