Geerten Meijsing, Siciliaanse brieven (Berichten van Ortygia), 2023
Geerten Meijsing is al heel lang heel oud. Hij noemt zichzelf zo in de Siciliaanse brieven, en het achterplat bevestigt het "In Siciliaanse brieven ontmoeten we een oudere schrijver die in de nadagen van zijn zelfverkozen ballingschap..." Maar je hoeft de brieven niet eens zo heel nauwkeurig te lezen om te merken dat de meeste van die brieven zo'n twintig jaar geleden geschreven zijn: er is bijvoorbeeld sprake van dat de maffiabaas Totò Riina 'tien jaar geleden' werd opgepakt, en dat oppakken gebeurde in de vroege jaren negentig. Riina is inmiddels alweer 7 jaar dood.
Nu is Meijsing natuurlijk altijd een schrijver geweest van de melancholie, van het terugverlangen naar een oude chic, en het moeten accepteren dat dit verlangen hem financieel aan de rand van de afgrond heeft gebracht. "De Siciliaanse keuken is de keuken van de armoede, maar smakelijk", schrijft Meijsing, nadat hij eerst de lof van allerlei gerechten heeft gezongen. Dit geldt ook voor zijn proza.
De Siciliaanse brieven zijn dan ook een pareltje. Ze weten bij de lezer te bereiken, in ieder geval bij deze, dat hij zelf wel door Syracuse wilde wandelen, met zijn heerlijke eten, zijn verbijsterende geschiedenis, en overal de aanwezigheid van de zee.
De schrijver is er, net als Plato, in ballingschap gegaan, als voor geen van beiden helemaal duidelijk waarom die ballingschap nodig was. Maar beiden hebben er ook ervaren dat ze weliswaar heel ver weg trokken, bijna in Afrika terecht kwamen, maar toch nog steeds in de Griekse wereld.
Het genre van de brief was ook twintig jaar geleden al aan het uitsterven – ieder ander stuurde toen al e-mails. Siciliaanse brieven laat zien hoe jammer dat is. Het zijn brieven zonder aanhef of ondertekening, en waarschijnlijk zijn het fragmenten die zijn weggesneden uit echte brieven – wat een genoegen moet het zijn geweest die toen toch nog te ontvangen.
Reacties