Simone Atangana Bekono. Marshmallow. Arbeiderspers, 2024.

 



Het lijkt me heel lastig om een negatieve bespreking van Marshmallow van Simone Atangana Bekono te schrijven, en dat komt niet door de kwaliteiten van de bundel. Ik denk dat iedereen die zoiets zou willen schrijven, bang zou zijn voor de reactie: oh, maar jij hebt er niets van begrepen. 

Ik heb in ieder geval geen recensie gelezen waaruit ik de indruk kreeg dat de recensent dacht dat hij begreep wat de dichter nu eigenlijk wilde met deze bundel. Waarom staan deze woorden bij elkaar in gedichten, waarom staan deze gedichten bij elkaar tussen een rood voorplat en een al even rood achterplat?

Intellectueel zijn ze lastig te begrijpen, er blijft veel ongezegd. Ik weet niet of je je echt emotioneel kunt laten meeslepen door de beelden.

Sommige gedichten behandelen het binnentreden in een onheilspellende ruimte. Bijvoorbeeld niet goed III:

je loopt door het strokengordijn en je bent er weer
maar wie zijn dat? je respecteert ze niet
die mensen op de bank

je loopt door het strokengordijn om zo te betreden
je loopt door het strokengordijn dat van plastic is
dik en smoezig en bekrast door tassengespen
betreedt wat ruikt als een abattoir
omdat er opengesneden / uitgestort te bederven ligt
dik en smoezig en bekrast door horloges en dronken ogen

is het een vierkante kamer?
is het L-vormig met geheimzinnige appendix
is het een trillend platform omringd door muren
bladerend bol behang en vol van gassen
een koeachtige engelachtige groep ogen
die vochtig toekijkt? 

[...] 

Het is een horrorgedicht: ook in horror hoef je niet per se alles te begrijpen maar wordt je overladen met onaangenaamheden en is juist de onbegrijpelijkheid van een en ander deel van het effect. De je in dit gedicht lijkt in eerste instantie vertrouwd met de ruimte: ze is er weer, maar in de derde strofe worden ineens zulke elementaire vragen gesteld dat je je afvraagt of ze de ruimte echt wel kent. En behoren die 'koeachtige engelachtige' ogen toe aan de mensen op de bank, die mensen die niet gerespecteerd worden (en waarom worden die eigenlijk niet gerespecteerd)?

Voor mij wordt zo'n passage bovendien gedragen door het woord strokengordijn, dat ik niet alleen nooit in een gedicht ben tegengekomen (denk ik), maar dat ook in het dagelijks leven volgens mij nauwelijks wordt gebruikt – al is het er wel de handelsterm voor. Dat dit strokengordijn bekrast is, door tassengespen en/of horloges, maakt het voor mij af.

Als ik eerlijk ben, weet ik niet of ik de rest van mijn leven zal blijven rondlopen met de gedichten in Marshmallows. Daarvoor blijf ik als lezer te veel buitengesloten uit de kamer. Maar een slechte recensie zou ik er zeker niet over schrijven – daarvoor ervaarde ik dan bij het lezen weer te veel.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het eerste kwart: Lize Spit, Het smelt

Jan Oegema, Keizersdrama. Lucebert opnieuw, 2024

Freek Van de Velde. Wat taal verraadt. Een kleine geschiedenis van brein tot beschaving. Lannoo Campus, 2024.