Vonne van der Meer. Het limonadegevoel & andere verhalen. De Bezige Bij, 1985



Veertig jaar geleden verscheen het debuut van Vonne van der Meer, Het limonadegevoel & andere verhalen. In die veertig jaar is de bundel alleen maar sterker geworden, in ieder geval als je de recensies uit die tijd leest, want dan krijg je het idee dat dit een verzameling verhalen was die misschien vooral bijzonder was vanwege de vrouwenthema's – zwangerschap, echtgenoten die op pornogebruik worden betrapt – en dat vrouwenthema's ook niet zo interessant zijn.

Het limonadegevoel is een knap in elkaar gestoken bundel, waarin de verhalen elkaar allemaal uitbreiden, becommentariëren en spiegelen. Er zijn kleine elementjes die steeds weer terugkomen. In verschillende verhalen ligt ergens een hand in de buurt, klaar om te pakken. Waar in het eerste verhaal een moeder bevalt van een in haar buik overleden kind, daar bindt in het laatste verhaal een vrouw een kussen voor haar buik en doet alsof die kussen een kind is. En in allerlei verhalen speelt de eigen naam een belangrijke rol voor de verteller.

Maar vooral gaan alle verhalen op een bepaalde manier over intimiteit, over de onkenbare ander, en over intimiteit met de onkenbare ander. Dat geldt al voor de moeder in het eerste verhaal waarin de moeder treurt om een doodgeboren kind dat ze zelfs nooit heeft gezien, maar dat wel een naam heeft Phoebe. In het tweede verhaal 'Rook' wordt een vrouw juist gestalkt door een andere vrouw die ze in haar eigen herinnering nooit eerder heeft gezien, maar die geobsedeerd is door haar.

In het derde verhaal, 'Angst voor de achtbaan' wil een vrouw lingerie kopen, maar komt daarbij steeds wildvreemde mannen tegen – een keer als verkoper en een keer als andere klant – en raakt daarbij afgeleid door haar gedachten over wat die mannen wel niet over haar denken. En in het laatste verhaal bindt de vrouw dat kussen voor haar boek om op vakantie mannen op afstand te houden, en wordt zo juist aantrekkelijk voor een van hen – iemand die ze zelf ook wel ziet zitten. 

Omgekeerd zijn de mensen die je wél denkt te kennen, uiteindelijk ook volslagen onbekenden. Het komt allemaal samen in het titelverhaal. De verteller daar gaat een relatie aan met een weduwnaar – en daarmee dus bijna noodzakelijkerwijs met diens overleden vrouw. Maar na jaren vindt ze ineens een uit een pornoblad gescheurde foto – dat hij zich met zulke dingen bezighield bleek ze helemaal niet te weten. Maar bovendien blijkt een deel van de opwinding er voor de man in te zitten dat de afgebeelde vrouw volkomen anoniem is – zoals de intiemste fantasieën van de vertelster ook gaan over bekeken worden door onbekenden.

Behalve dat ze dan misschien óók weer wil dat die onbekenden het gezicht hebben van haar man.

Was het maar zo: ik de enige vrouw in al zijn blaadjes. En hij alle mannen in de zaal en tegelijk de man die op het podium door mijn knieën omlijst wordt.

Je zou kunnen zeggen dat het niet gek is dat iemand katholiek wordt die zo indringend kan schrijven over het intieme contact met de onbekende. In het slotverhaal zit een scene waarin de vertelster ontdekt, of meent te ontdekken, dat haar man in Venetië een kerk inglipt om te biechten. Ze raakt daardoor zo geobsedeerd – wat heeft hij die priester, een wildvreemde!, verteld dat hij haar niet heeft kunnen vertellen? – dat haar man haar uiteindelijk welmoet verlaten. Ook in Van der Meers recentste verhalenbundel, Aan haar lippen, komt overigens een verhaal voor waarin een man voor zijn vrouw verzwijgt dat hij godsdienstig is geworden.

Dat spel van intimiteit en onbekendheid, dat is natuurlijk helemaal geen vrouwenthema. Opvallend dat indertijd niemand dat heeft gezien.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Safae el Khannoussi. Oroppa. Pluim, 2024.

Het eerste kwart: Lize Spit, Het smelt

Freek Van de Velde. Wat taal verraadt. Een kleine geschiedenis van brein tot beschaving. Lannoo Campus, 2024.