Elfriede Jelinek. Die Klavierspielerin. Rowohlt, 1983.
Als er een natuurramp gebeurd is, staan de media daar vervolgens dagenlang bol van. Er valt eigenlijk niets over te vertellen, maar je kunt er niet over zwijgen, en de mediaconsument wil ook graag meer horen over het verschrikkelijke wat er is gebeurd: begrijpen wat niet te begrijpen is.
Zo is het met Die Klavierspielering van Elfriede Jelinek. Als je het gelezen hebt, moet je er meer over lezen: wat vonden anderen hiervan, wat voor betekenis konden zij hieraan geven, aan deze vreselijke gebeurtenissen die in zo'n bijzondere stijl zijn opgeschreven dat je wel moest doorlezen? Hoe is het mogelijk dat men prijzen heeft gegeven aan een boek dat zulke intieme verschrikkelijkheden beschrijft.
Die Klavierspielerin is het verhaal van een vrouw van in de dertig die met haar moeder samenleeft – ze slapen zelfs samen in het echtelijke bed sinds vader is overleden en ze hebben een relatie die een mengeling van liefde en aggressie heeft. De moeder verwijt de dochter van alles, dat ze geen concertpianiste is geworden, alleen maar lerares, dat ze soms kleren koopt voor zichzelf, de dochter reageert zich buitenshuis af door naar peepshows te gaan, of door in het park vrijende stellen te begluren. Ze krijgt een relatie met een pianoleerling, een jonge man, die ze per brief uitnodigt om haar sadistisch te behandelen en die haar vervolgens in elkaar slaat.
Dit alles in een soort ADHD-stijl, waarin voortdurend de beschrijving van de gebeurtenissen onderbroken worden door mededelingen die volkomen terzijde zijn en die je als grappig zou kunnen zien als je keel niet dichtgesnoerd zat en als die grapjes het allemaal niet nog gruwelijker maakten:
Er bellt Erika ihren Namen, den sie ohnedies kennt, häufig in den Mund hinein.
Of, als de moeder door de man is opgesloten terwijl hij haar dochter mishandelt:
Sie schlägt im Machinengewehrtakt gegen die Tür. Sie läßt ein Schnellfeuer los, ungeachtet der Nachbarn.
Ja, want dit is het moment om aan de buren te denken, natuurlijk. Je kunt je voorstellen dat zo'n gedachte onwillekeurig door je hoofd schiet op dat moment, maar Jelinek is degene die het opschrijft. Zoals Jelinek onverschrokken alles lijkt op te schrijven dat ze op wil schrijven.
Er wordt naar mijn smaak te vaak over boeken geschreven dat ze verontrustend zijn, maar Die Klavierspielerin heeft echt die kwaliteit: waarom wil ik dit tot aan het einde doorlezen? Wat zegt wat er gebeurt over de hoofdpersonen? Wat over de schrijver? Wat over de lezer?
Reacties