Gerwin van der Werf. De krater. CPNB, 2025.




Jongens die niet lezen zijn sukkels. Dat vindt Eden, de verteller van het boekenweekgeschenk van dit jaar, De krater van Gerwin van der Werf. Eden is een puber en heeft dus overal een mening over, die ze met een dikke kwast uitsmeert. Nederlandse rap? “Muziek voor knulletjes die hun speelgoedtractor net hebben ingeruild voor een opgevoerde fatbike”. De nieuwe vriend van haar moeder? “Er zijn volwassen mensen die Joep heten, het is niet te geloven’.

Eden sleept de lezer, kortom, binnen de kortste keren haar verhaal in. Om haar broertje Benji op te vrolijken besluit ze een dagtocht naar een krater in Steinheim, Duitsland, te maken. Hun oudste broer, Johnny, moet hen rijden, want hij is de enige met een rijbewijs die ze zoiets kan vragen.

Is een meteorietkrater een zinnige bestemming voor een mistroostige puber? Als hij er een lange autorit voor moet maken met een oudere broer die de onweerstaanbare drang heeft om verkeersborden te jatten? En een zus die ooit liever een broer wilde zijn en nu alleen maar Eden? (“Als je van de trap afvalt, dan ben je…” zegt Eden er zelf over.) Als geen van de drie de zelfmoord van hun vader echt te lijken hebben verwerkt? Benji lijkt in ieder geval zo geobsedeerd te zijn door de ruimtewetenschap dat hij opfleurt van het reisje.

De drie vertrekken zonder hun moeder of Joep iets te laten weten, vroeg in de ochtend, met 350 euro die Eden stiekem van hun moeders girorekening heeft afgeschreven. Een lader voor hun telefoons nemen ze niet mee, en welk Steinheim ze precies moeten hebben – er zijn in Duitsland veel plaatsen met die naam – hebben ze niet uitgezocht.

De wereld van de thuiswonende jongere is al vaker beschreven, en ook al eerder in de lusteloos-opstandige taal van de puber. Maar ik geloof dat er nooit eerder een non-binaire puber van generatie-Z aan het woord was. De krater is De vanger in het koren van J.D. Salinger, koning van het puberproza, voor de 21e eeuw. Net zo goed is het Het gouden ei van de mobieltjesjeugd, met spannende ontwikkelingen rondom een parkeerplaats. En dan zit er voor de goede verstaander ook nog een ode in verborgen aan die andere zoektocht naar meteoorkraters in de Nederlandse literatuur: Nooit meer slapen van Willem Frederik Hermans.

Op tweederde van het boek kondigt Eden bovendien aan ‘vanaf hier wordt het ongeloofwaardig’, en dan wordt De krater inderdaad pas echt een leesavontuur.

En dat is precies wat Van der Werf lijkt te willen bereiken met De krater: het leesplezier aanwakkeren bij de honderdduizenden lezers die dit Boekenweekgeschenk in handen krijgen. Hij beklaagde zich in deze krant eerder over het plichtmatige karakter van recente geschenken, en nu heeft hij duidelijk willen laten zien hoe het anders kan: speels, spannend en fantasierijk. Dus koop de komende boekenweek een boek – young adult, literatuur, horror, het maakt niet uit – en laat je De krater schenken om te zien dat boeken altijd nóg meer te bieden hebben.
Dit stuk verscheen eerder in Trouw

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het eerste kwart: Lize Spit, Het smelt

Safae el Khannoussi. Oroppa. Pluim, 2024.

Freek Van de Velde. Wat taal verraadt. Een kleine geschiedenis van brein tot beschaving. Lannoo Campus, 2024.