Vonne van der Meer. Een warme rug. De Bezige Bij, 1987.



Aan het begin van Vonne van der Meers eerste roman, Een warme rug, gaat de verteller, Prikkebeen, naar Schiphol om haar zus op te halen. Die zus heeft jarenlang in Toronto gewoond, maar wil nu scheiden en komt terug naar huis. "Gelukkig heeft ze me geschreven", zegt Prikkebeen, "dat ze niet meer blond is maar rood, anders had ik haar van zo'n afstand misschien niet herkend."

Omdat het vliegtuig vertraagd is, moet Prikkebeen nog lang wachten. Ze houdt zich ondertussen onledig door van andere aankomende reizigers te raden door wie ze zullen worden opgehaald. Ze raadt het steeds verkeerd – in de wereld van Van der Meer is het onmogelijk iemand anders te kennen.

Verliefdheid

Het grootste deel van Een warme rug – op het omslag van de eerste druk staat dat het een roman is, maar het heeft de compactheid en elegantie van een novelle – betreft herinneringen van Prikkebeen, waarin ze soms naar zichzelf verwijst met ik en soms met Prikkebeen. Die gaan over een op het oog keurig burgerlijk gezin in, vermoedelijk, de jaren zestig: vader heeft een nette baan, moeder zorgt voor de twee dochters.

Maar Prikkebeen krijgt een ongelukje op de rolschaatsen en wordt door een man, Gilles, die tussen in de chrysanten vindt naar huis gedragen. Daar ontwikkelt Prikkebeen allerlei puberfantasieën over Gilles, over hoe hij van haar zal houden, over hoe hij haar een paard cadeau zal geven, over hoe ze samen met hem in een hotel zal gaan wonen. Ondertussen papt Gilles aan met Prikkebeens moeder.

Die moeder is de intrigerendste persoon van Een warme rug: een vrouw vol geheimen. Ze houdt bijvoorbeeld verborgen dat ze Duits is door zo perfect mogelijk Nederlands te spreken, ze vertelt nooit iets over haar Duitse broer die in 1943 sneuvelde, er blijkt onder het burgerlijke uiterlijk dat ze zich heeft aangemeten van alles te woelen – lust, schaamte, woede, spijt. Haar jongste dochter ziet ze niet staan, terwijl ze Prikkebeens oudere zus juist enorm belast door haar wel alles toe te vertrouwen, inclusief haar verliefdheid op Gilles. (Geen wonder dat die dochter later naar Toronto vlucht.)

Verslinden

Het is, kortom, een gezin waarin iedereen langs elkaar heen leeft, en ook Gilles, een vrijbuiter die van de hand in de tand leeft, uiteindelijk bij niemand echt aansluiting heeft. Ook de kunst weet bijvoorbeeld geen barrières te breken. De vader probeert zijn familie er bijvoorbeeld toe te verleiden om met hem naar de opera te gaan, maar de vrouwen vinden dat alleen maar belachelijk. De moeder leest weliswaar veel, maar ook niet echt om contact te maken met wie dan ook:

Zij verslindt boeken, jaar in jaar uit, zonder ooit toe te staan dat een boek haar verslindt. Zij leest niet om de dingen beter te begrijpen, maar om ze op afstand te houden. Een boek, dat is een haardscherm tussen haar en de rest van de wereld.

Een passage als deze is een teken van de verzengende eerlijkheid van Van der Meer. Welke schrijver durft toe te geven dat lezen óók de functie kan hebben om je niet met het leven bezig te houden?

In het exemplaar dat ik heb, heeft Van der Meer met balpen een opdracht geschreven "Voor Lon, Het hóeft niet binnen een uur uit. Vonne." Hier was dus een lezer van plan het boek te verslinden. Maar binnen een uur (2 bladzijden per minuut) kan Een warme rug je niet verslinden. Met iets meer tijd lukt dat wel.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Het eerste kwart: Lize Spit, Het smelt

Safae el Khannoussi. Oroppa. Pluim, 2024.

Freek Van de Velde. Wat taal verraadt. Een kleine geschiedenis van brein tot beschaving. Lannoo Campus, 2024.