Vonne van der Meer. Take 7. Atlas Contact, 2007

 

Een thema in Van der Meers boeken is de manier waarop mensen elkaar kunnen beïnvloeden: hoe je een gevoel kunt overnemen van een ander, een gedachte, een kijk op de wereld. In Ik verbind u door ging dat vooral over een slecht humeur. In Take 7 gaat het over enthousiasme. Een jonge Deen komt in een Spaans dorpje, vergane glorie, en door een samenloop van omstandigheden beginnen mensen er te denken dat hij een regisseur is die een film komt maken waarmee het dorp weer opgestoten zal worden in de vaart der volkeren.

De vertelster is een Nederlandse vrouw, Lydia, die ooit ook in het dorp verzeild is geraakt. Zij ziet hoe Lars, de Deen zijn ogen uitkijkt in het dorp:

Het deed me goed het vertrouwde landschap door de ogen van Lars te bekijken. Met zijn verliefde blik. Het koolzaad dat als gele tule over de velden lag; de heuvels aan de overkant met onafzienbare rijen olijfbomen, strak in het gelid.

Een vreemde blik kan dingen zien die jij niet meer ziet, maar het grotere wonder is: het kan jou ook die dingen weer laten zien. De bewoners van het dorp geloven er eigenlijk zelf niet meer in, maar door Lars vreemde blik en door zijn camera zien ze weer wat ze allemaal wél hebben. Zoals Lars door hun enthousiasme steeds meer begint te geloven in de film die hij met zijn kapotte camera aan het maken is.

Het is dat wonder, dat je elkaar mee kunt nemen een wereld in die je zonder elkaar niet gehad zou hebben, dat zelden wordt beschreven. Veel literatuur is er te individualistisch voor, en plaatst gevoelens binnen het individu in plaats van andersom: als het individu dat onderdeel kan worden van een met anderen gedeelde stemming.

Tegelijkertijd bevat Take 7 ook een van de eenzaamste masturbatiescenes in de Nederlandse letterkunde sinds het verscheiden van Gerard Reve. Aan het eind van het boek heeft Lydia als enige in het dorp door het bedrog heengekeken. Lars komt haar dan opzoeken, en hij stelt voor om met elkaar naar bed te gaan. Maar Lydia prikt dan door een nieuwe illusie heen: hij lijkt vooral te vallen voor een foto van haar waarop ze er veel jonger uitziet. De erotische spanning – op zich natuurlijk ook alweer een voorbeeld waar mensen samen gevangen lijken te worden in een gedeeld gevoel – is weg, en Lars vertrekt. Dan gaat Lydia voor een spiegel zitten:

Ik stelde me voor dat Lars achter me kwam zitten, zijn benen om mijn benen vlijde, en over mijn schouder naar me keek in de spiegel. Ik stelde me voor dat mijn hand zijn hand was, zijn hand met de haartjes om de pols die door de zon steeds lichter waren geworden, bijna wit. De hand wist precies waar me te strelen, wanneer zijn wijsvinger naar binnen mocht. Hoe diep en waar me te beroeren en de hele tijd dwong Lars me naar mezelf te kijken. (...)

Je bent begin vijftig en kunt wel vijfentachtig, negentig worden... Ik sloot mijn ogen. Ik wist niet of ik huiverde van genot van angst. Of wakkerde de woede het genot aan? Ik zag haar voor me, Lydia over ruim dertig jaar: een naakt, verschrompeld vrouwtje met wijd uitstaand wit haar. Verdwaasd zat ze te masturberen.

Er zat niemand achter haar, niemands benen omklemden de hare. Niemand kuste haar in haar hals. (...) Ze was alleen. Ze kwam alleen klaar en zou alleen sterven.

Een sleutelzin vind ik 'de hele tijd dwong Lars me naar mezelf te kijken'. Lydia kijkt naar zichzelf (op zich ook al zoiets wonderlijks dat we alleen kunnen dankzij de spiegel, naar onszelf kijken), maar heeft het daarbij nodig om zich een ander voor te stellen die haar dwingt. Ze maakt van zichzelf een ander naar wie ze kijkt, en ze fantaseert daarbij een ander die haar naar zichzelf laat kijken.

Lars vertrekt en komt niet terug. Lydia vertrekt een tijd later ook uit het dorp. Een gevoel in stand houden lukt niet in je eentje.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Safae el Khannoussi. Oroppa. Pluim, 2024.

Het eerste kwart: Lize Spit, Het smelt

Doortje Smithuijsen. Kapitalisme is seksisme. Podium, 2024.