Deborah Gambetta. Incompletezza. Una storia di Kurt Gödel. Ponte alle grazie, 2025.

 


Een roman die Incompletezza heet, moet natuurlijk wel meer dan 600 pagina's tellen. Je kunt nauwelijks beweren dat je incompleet bent als je niet heel duidelijke pogingen hebt ondernomen om uitputtend te zijn.

Over de logicus Kurt Gödel (1906-1978) en zijn werk zijn meer bijzondere en dikke boeken geschreven, maar Incompletezza is wel heel bijzonder, en bijzonder indrukwekkend. Het heet een roman te zijn, maar het is volkomen onduidelijk wat er in is verzonnen, en er worden in ieder geval vele honderden pagina's besteed aan een waarheidsgetrouwe reconstructie van Gödels leven – geboren in Oostenrijk, en met zijn veel minder intellectuele vrouw Adele tijdens de Tweede Wereldoorlog in Princeton terecht gekomen, waar hij tot zijn dood zou blijven wonen; en de laatste decennia van zijn leven lijdend aan onder andere hypochondrie en paranoia. Bovendien bevat het boek zeer uitvoerige verhandelingen over de logica en de wiskunde.

Maar voor een biografe doet de schrijfster vervolgens wel heel opmerkelijke uitspraken: "Laat ik maar toegeven dat ik er niets van snap" (over een bepaald deel van de wiskunde), of "ik heb nooit sympathie gevoeld voor Kurts moeder", of "ik houd van deze man, tot over mijn oren" (over Gödel). Ze maakt bovendien duidelijk dat ze niet heel veel eigen onderzoek heeft gedaan voor de biografie: ze baseert zich ongegeneerd op andere boeken. Het eigen werk van Gödel heeft ze wel heel nauwkeurig gelezen – als niet-wiskundige, als niet-logicus.

Al die grote breuken met ieder mogelijk genre leveren een fascinerend boek op: de schrijfster met het chaotische leven – er komen uitgebreide passages voor over haar relatieperikelen in de afgelopen decennia en ook bijvoorbeeld over de verhouding tot haar moeder schrijft ze – probeert met alles wat ze in huis heeft binnen te dringen in het hoofd van een man die voor een groot deel ook niet geschikt was voor het dagelijks leven, maar de ontsnapping had van de pure en ordelijke wereld van de wiskunde. Een wereld waarin je alles in de hand hebt.

Behalve dat Gödels belangrijkste resultaat was dat ieder wiskundig systeem incompleet was, dat je altijd iets kunt aanwijzen dat wel waar is maar dat je niet kunt bewijzen.

En behalve dat hij verder zijn leven lang worstelde met een aantal andere wiskundige problemen die zelfs hem uiteindelijk boven de pet gingen. Over incompleetheid gesproken.

Wat je ook doet, als mens, het blijft altijd onvolmaakt. Die bijna middeleeuwse boodschap werkt Gambetta op een eenentwintigste manier uit. Van alles en nog wat blijft incompleet. Je kunt als biograaf je personage nooit helemaal vatten. Die kan zichzelf niet eens vatten. 600 pagina's is dan lang niet genoeg, maar 60.000 pagina's zouden ook niet genoeg zijn. In relaties schieten mensen ook voortdurend tekort – Kurt tegenover Adèle, Deborah tegenover haar moeder. 

Dat thema, van de perfectie die wij mensen op de een of andere manier geestelijk kunnen vatten, of in ieder geval sommigen onder ons, maar die we tegelijkertijd nooit kunnen bereiken, is op een zeldzaam krachtige manier bereikt. In het begin denk je: waarom gaat de biografe hier zo voor haar onderwerp staan, en vertelt ze over haar eigen geknoei in haar leven in plaats van het genie te proberen te vatten. Maar gaandeweg wordt duidelijk dat het haar juist gaat om iets tot uitdrukking te brengen dat je niet kunt uitdrukken als je niet vertelt tot welke hoogten de menselijke geest soms in staat is en in wat voor banale omstandigheden wij meestal tegelijkertijd verkeren: de schrijfster net zo goed als de logicus.

Incompletezza is daarmee voor mij een verpletterend boek, een boek dat ik niet snel kan vergeten, een boek met een uitzonderlijk perspectief op wat het betekent om mens te zijn.

Reacties