Mirjam Rotenstreich. Vader zoeken. De eeuw van Natan Rotenstreich. De Geus, 2025

 


De vader van Mirjam Rotenstreich maakte, toen hij al in de negentig was, maar nog lang niet dood, een lijstje met de goede doelen die hij recentelijk had gesteund. Het is een lange lijst, en hij noemde bij ieder doel ook het bedrag. Het lijstje beklemt Rotenstreich als ze het na zijn dood vindt:

Juist zijn gulheid zorgt ervoor dat er een beklemmende eenzaamheid uit de lijst opstijgt. Hij die zoveel mensen wilde steunen... en niemand die het zag, niemand die er weet van had. Ook ik niet.

Natan Rotenstreich heeft waarschijnlijk van weinig mensen zo gehouden als van zijn jongste dochter Mirjam. Zij was ook dol op hem. En toch is de eenzaamheid bijna totaal. Na zijn dood ontdekt ze hoeveel haar vader in de loop van de tijd niet met haar heeft gedeeld.

Hij was geboren in het gebied van Europa dat eerst nog tot het Habsburgse rijk hoorde, later de de Sovjet-Unie, tot Polen en tot Oekraïne. Hij mocht in zijn jeugd nauwelijks spelen: als Joods jongetje in een dorp met niet veel andere Joodse kinderen ging hij eerst naar een 'gewone' school en daarna, dus laat in de middag, ook nog naar een Joodse school. Hij was voorbestemd om rabbijn te worden, maar hij werd dat nooit, omdat hijzelf in ieder geval een marxist werd. 

Tijdens de oorlog werd zijn gehele familie door de nazi's vermoord. Zelf vocht hij in het Rode Leger. Na de oorlog kwam hij in Nederland terecht, had er een zeer ongelukkig huwelijk met een Nederlands-Joodse vrouw, waaruit dus wel twee kinderen kwamen. Hij was een man met literaire belangstelling, maar werkte het grootste deel van zijn leven in de kledingindustrie. 

Daar woonde hij dan, met een vrouw die hem haatte en die hij verafschuwde, in een land waarvan hij de taal niet als moedertaal sprak (zijn eigen moedertaal, het Jiddisch, kon hij hier met bijna niemand delen), en hij deelde zijn geschiedenis met niemand. Hij vertelde zijn eigen dochters bijvoorbeeld bij leven niet dat hij vijf medailles had gekregen voor heldenmoed, hij hing daarentegen tegen allerlei mensen en instanties het verhaal op dat hij ondergedoken had gezeten: het slachtofferschap bracht hem meer kansen op een rustig leven dan de heldendom.

Decennia lang heeft Mirjam Rotenstreich met haar vader geleefd en van alles heeft ze moeten uitvinden: hoeveel kinderen Natans ouders hadden en hoe ouders en kinderen heetten, hoe hij nu precies in Nederland terecht kwam, waarom hij zo weinig aansluiting had bij andere 'Oost-Europese' Joden hier, wat een liefde hij had voor de letteren. Had ze het allemaal maar eerder geweten, dan had ze met hem kunnen praten. Μaar inmiddels is hij, na een lang leven, inmiddels toch ook alweer 10 jaar dood. 

Haar boek Vader zoeken is af en toe nogal droog doordat het heel feitelijk is. Documenten die ze gevonden heeft worden – zo te zien vrij woordelijk vertaald – integraal weergegeven. Maar juist die feitelijkheid maakt het extra aangrijpend – zo lang zijn de lijnen van alle ellende. En ellende is er nog steeds, bijvoorbeeld in Natans geboortegrond, of in het land, Israël, waarvoor hij na de oorlog als Joods onderwijzer Joodse kinderen moest klaarstomen.

Vader zoeken laat zien hoe je ook van mensen die je heel na staan soms niets kunt weten. Het is ook een monumentje voor een vader:

Ik denk dat het deze lichtvoetigheid was, die mijn vader ook bezat, die hem heeft geholpen het leven aan te kunnen.


Reacties