Een van de onderwerpen waarover we het wel hadden tijdens de lockdowns: dat er nu wel heel veel boeken zouden komen over corona, over het thuisblijven, over de drama's achter de deuren. Er waren mensen die zich er bij voorbaat over beklaagden, ik had me voorgenomen om boeken over dat onderwerp te gaan verzamelen.
Er is weinig van terecht gekomen. Er kwam geen enorme stroom coronaboeken, ik ben ze ook niet gaan verzamelen.
Wie weet komt het nog. Er is nu in ieder geval Pour tout le monde en même temps van Sophie Divry. Het is een opvallend boek om te zien. De eerste helft (pour tout le monde) bestaat uit dagboekaantekeningen uit het voorjaar van 2020, de eerste lockdown, met daardoorheen (in grote vette letters) flarden citaten van de Franse president uit zijn toespraken, (in kleine vette letters) flarden citaten van andere gezagsdragers en (in vette blauwe letters) stukjes uit flyers, brochures, enzovoort. Het tweede deel (en même temps) bestaat uit interviews die Divry gehouden heeft met vrienden en bekenden waarin ze in 2024 terugblikken op vier jaar eerder.
Divry bracht de lockdown zelf vooral in haar eentje door, in Lyon. Ze had ook in de Pyreneeën kunnen blijven, waar haar ouders wonen. Aan het begin heeft ze een relatie met een man, maar die relatie loopt dan naar mijn indruk al niet lekker, en ze maakt het vrij vroeg tijdens de lockdown uit. Wel heeft ze dus via Skype (Skype!) en appjes contact met die vrienden die ze vier jaar later zal interviewen.
Het idee is vernuftig: het was iets dat ons allemaal betrof, er was een vrij grote gezamenlijke ruimte. Dat Fransen bijna allemaal naar hun president of andere gezagsdragers luisterden, en dat allemaal tegelijkertid, kwam niet veel voor. Tegelijkertijd zat iedereen in zijn eigen huis, en kon de ander niet bereiken. Het was daarmee een periode van grote vervreemding, we zijn daar waarschijnlijk als wereldbevolking door veranderd, en zo te zien niet ten goede.
Maar behalve typografisch, met die vette letters en die verschillende kleuren, is het niet goed uitgewerkt. Wat Sophie heeft meegemaakt, ze raakt me niet, het blijft me te oppervlakkig. Ze durft niet écht de diepte in te gaan. Op een bepaald moment begint ze te lijden aan het fenomeen dat we in Nederland indertijd huidhonger noemden, ze schrijft dat dan zo op:
Ik snap het contrast wel tussen haar eigen wilde verlangen naar ranzigheid en de regels die afstand eisen en de officiële prietpraat over hoe goed we het met elkaar doen, maar ik voel het niet: het verlangen naar ranzigheid niet, de beperkingen niet. Ik zie vooral dat iemand me het contrast wil laten zien.
Zoiets geldt ook voor het tweede deel, dat wil laten zien dat we de periode ook allemaal op een heel verschillende manier hebben beleefd. Maar de gesprekjes die voor interviews moeten doorgaan blijven voor mij te veel aan de oppervlakte.
Het grote lockdownboek moet nog geschreven worden.
Reacties