In King Lear zit een verhaallijn over de edelman Gloster die ten onrechte zijn zoon Edgar verbant. Als Gloster, blind, overmand door verdriet, later Edgar tegenkomt, herkent hij hem niet en denkt hij dat hij met een bedelaar van doen heeft. Gloster vraagt Edgar om hem van een klif te laten storten, maar Edgar misleidt hem: hij brengt hem niet naar een klif. Gloster stort zich van de niet bestaande klif af en blijft leven.
Geïnspireerd door dat verhaal begint Arthur in Winter in Gloster Huis (2015) een hotel aan de rand van een meer. Aan de overkant heeft zijn broer ook een hotel geopend, het Vaarwelhuis, waar bejaarden die euthanasie willen plegen hun laatste uren kunnen doorbrengen. Arthur misleidt sommigen van hen, degenen die misschien toch minder graag willen, met Gloster Huis, om toch nog te leven.
De reden waarom mensen dood willen, is meestal angst: angst voor de aftakeling, voor de naderende dementie, angst om de eigen kinderen tot last te zijn. Misschien is die angst niet nodig.
De eerste die misleid wordt is Noor. Zij krijgt geen gif in het Vaawelhuis, maar een slaapdrankje, en wordt bewusteloos naar het Gloster Huis gebracht. Als ze er een tijdje heeft rondgelopen, wordt er een toneelstuk opgevoerd: King Lear. Zo wordt haar duidelijk wat men voor haar heeft gedaan. Ze was niet in de hemel of een voorpost van de hemel, maar Arthur en zijn mensen hebben voor haar een toneelstuk opgevoerd om te laten zien wat het leven ook weer was.
Mensen iets duidelijk maken met een toneelstuk is natuurlijk óók een Shakespeareaans thema. Het duidelijkst gebeurt dat in Hamlet. Je zou kunnen denken dat Vonne van der Meer zoiets ook met haar lezers heeft willen doen met Winter in Gloster Huis. Ze heeft willen duidelijk maken dat veel van haar verhalen gaan over de wens om te leven, ook bij oudere mensen. En daarvoor heeft ze personages uit een aantal van haar andere boeken verwerkt: Pablo uit De reis naar het kind, Nettie van WIjk uit De vrouw met de sleutel, Leo uit Eilandgasten. In al die verhalen spelen zorg voor ouderen en de keuze voor het leven een rol.
Met Gloster Huis vierde Van der Meer een dertig jarig schrijverschap, door een meer (!) voor te stellen waar haar personages nog één keer hun boodschap konden tonen. Een boodschap die dwars is: zeg ja tegen het leven. Arthur vreest in het boek af en toe zelfs dat hij weleens in de problemen met de overheid kan komen door mensen die dood willen te laten leven.
De tijd speelt ook een belangrijke rol, in Gloster Huis. Richard, Arthurs broer van het Vaarwelhotel, merkt op een gegeven moment op dat zijn gasten vaak te vroeg aankomen en dan maar hologig en ongedurig de tijd uitzitten dat het nog mag. Van alle faciliteiten die hij heeft wordt geen gebruik gemaakt. Het leven is zo doelgericht, dat als het enige doel nog de dood is, die ook maar snel moet komen.
Tegenover die opvatting van het leven staan bij Van der Meer zorg en aandacht voor elkaar. Als Noor het stuk heeft gezien, uit ze haar verbazing dat Arthur dit allemaal voor haar, een wildvreemde wil doen: wat heeft hij eraan?
Alle kans dat ik steeds slechter ga lopen... Of helemaal niet meer lopen kan... Of heel vergeetachtig word. Nog minder weet dan ik wist toen ik hier wakker werd en een laken aanzag voor een wolk. Dan weet ik misschien ook niet meer wie jullie zijn. Word wantrouwig. Wil een slot op mijn deur. Geen idee wat voor onaangename agressieve wezens er nog tevoorschijn komen. En dan?
Arthur laat haar dan een spreuk zien die hij boven de ingang heeft laten schilderen: Wie hier binnenkomt, kan alles verwachten. Die zorg en aandacht voor de mensen die toevallig ons pad kruisen, die laat Van der Meer zien in het toneelspel van haar boeken.
Reacties