Searches is een boek dat er bijna naar lijkt te streven af en toe te veel te zijn. Er zijn verschillende dingen die de schrijver Vauhini Vara tegelijkertijd wil doen: een deel van haar eigen leven vertellen – over de dood van haar zuster vooral, maar ook over de relatie met haar echtgenoot komen we het een en ander te weten –, een geschiedenis geven van de manier waarop de grote technologische bedrijven zoals Google of Amazon in de afgelopen decennia een groot deel van ons leven in hun greep hebben gekregen, voorbeelden geven van wat er nu met kunstmatige intelligentie aan het gebeuren is, een perspectief op de toekomst schetsen, nadenken over wat het betekent om te schrijven, om te schrijven aan het begin van de eenentwintigste eeuw, om te leven, om te leven in deze tijd.
Het is ook allemaal wel wat overdadig. Iedere twee hoofdstukken zijn er twee onderbrekingen. In een ervan wordt het transcript gegeven van een conversatie met ChatGPT waarin die reflecties deelt over wat wij zojuist hebben gelezen: dat is een leuke gimmick, maar proza van chatbots is niet te lezen, in ieder geval niet op dit moment.
Proza van chatbots doet me soms denken aan een sketch van Banana split die ik ooit heb gezien: een echtpaar krijgt gratis een etentje in een restaurant ter gelegenheid van hun 25-jarig huwelijk. Maar ter plekke wordt iedere gang eerst in volle glorie getoond door de ober en dan in een blender gegooid. De brij die eruit komt, dat is chatbotproza.
Ook de andere onderbreking is meestal net iets te veel: een lijst van zoekopdrachten die Vauhini Vara tussen 2010 en 2019 invoerde in Google (en die beginnen met de vraagwoorden what, who, when, how en why). Een lijst producten die ze heeft gekocht bij Amazon, waarbij ze regelmatig herhaalt dat ze dit eigenlijk niets bij dat bedrijf had willen kopen, maar dat het deze keer zo handig was. Een tekst die ze zelf in het Spaans heeft geschreven en daarna in het Engels heeft laten vertalen (ik moet toegeven dat ik dacht dat het andersom was toen ik het las). Enzovoort. Allemaal grappige dingen, maar ook een beetje te veel.
Vara doet wel degelijk ook allerlei interessante observaties. Ze merkt bijvoorbeeld op dat Bourdieu drie soorten kapitaal onderscheidde, cultureel, economisch en sociaal; en dat drie van de grote grote techbedrijven in eerste instantie leken te beloven precies die vormen van kapitaal te vergroten. Google het culturele kapitaal (omdat alle kennis van de wereld voorhanden kwam), Amazon het economische (omdat je alle producten moeiteloos en goedkoop kon bestellen) en Facebook het sociale (omdat je je vrienden en hun vriendschap kon kwantificeren.
Een andere interessante passage gaat over Steven Jobs, die de naam kreeg van een genie te zijn, terwijl hij toch vooral ideeën van anderen vorm gaf: smartphones bestonden al voor de iPhone, maar hij maakte er pas echt iets van.
De geschiedenis van al die bedrijven is ook echt interessant. Vara is behalve (fictie-)schrijver ook lang techjournalist geweest voor belangrijke Amerikaanse publicaties, ze weet waar ze het over heeft. Ze kent ook verschillende van de techbazen persoonlijk, zoals Zuckerberg en Altman.
Het laatste bedrijf van dit toneelstuk is natuurlijk de opkomst van AI. Ook hierover heeft Vara veel te vertellen, maar haar uiteindelijke analyse is ongeveer net zo diep als ook een wat oppervlakkiger beschouwer wel kan maken: we raken zo nog meer in de greep van de grote techbedrijven, die zo nog meer de kans hebben om ons te manipuleren. Wat te doen? Ja, terug naar de menselijkheid. Maar hoe? Vara is als auteur Amerikaans genoeg om een hoopvol antwoord te willen geven; maar ook eerlijk genoeg om daar uiteindelijk niet echt uit te komen.
Reacties