Vonne van der Meer. Gesprekken op maandag. Over de sacramenten. Atlas Contact, 2021. (Met Nico de Gooijer)
Het is een wonderlijk deel van het oeuvre van Vonne van der Meer, het boekje Gesprekken op maandag (2021). Het is het enige boekje dat geen fictie is, het bestaat, de naam zegt het al uit gesprekken die Van der Meer in 2008 voerde met de priester Nico de Gooijer. En hoewel Van der Meers naam iets groter op de kaft staat, komt de inhoud feitelijk meer van De Gooijer. Af en toe gooit Van der Meer er ook wel een eigen observatie tussen, maar de gesprekken zijn toch vooral interviews die zij afneemt, en dan ook nog over een heel specifiek onderwerp, de sacramenten.
Waarom een boekje over dat onderwerp? Waarom dat na zoveel jaar nog uitgeven? De Gooijer was inmiddels overleden, maar Van der Meer moet iets heel bijzonders zien in deze gesprekken. En waarom heet dat dan zo expliciet gesprekken op maandag? (Misschien omdat dit de dag na zondag is, het begin van de week, de gewone, werkweek, de minst heilige dag van allemaal?)
Grote show
Dat Van der Meer na een aantal jaar schrijven katholiek is geworden, wordt in veel recensies vermeld. Toch is ze nogal discreet over haar geloof – wat dat betreft is het geen toeval dat ze in haar meest expliciet religieuze werk toch weer iemand anders het woord laat doen. Haar hoofdpersonen zijn soms ook wel gelovig, maar toch in het verborgene. Céline in Naar Lillehammer heeft wel een kruisje, maar verborgen onder haar kleding – dat is de mate van gelovigheid. Dit boekje is het dichtst dat we Van der Meers eigen geloofsleven kunnen naderen – door de vragen die ze stelt aan een oude priester. Over de sacramenten. Die voor haar dus misschien wel de kern van het geloof uitmaken. (De belangrijkste religieuze scene in het oeuvre zit in Zondagavond en betreft ook een sacrament – het laatste, de zalving van de stervende.)
Van der Meer heeft een theateropleiding en ook in haar fictie valt daar nog wel iets van te herkennen. Ze heeft veel aandacht voor de ruimte waar iets gebeurt en voor de fysieke plaats die haar personages innemen tegenover elkaar. Haar dialogen zijn natuurlijk en effectief. Als we een beetje een normale cultuur hadden, waren haar boeken allemaal op het toneel gebracht. Dat was dan wel toneel voor de kleine zaal, het gaat over het algemeen over mensen die rustig met elkaar praten, in een kleine setting.
Wat dat betreft passen de sacramenten natuurlijk goed. Ze zijn handelingen, en vaak handelingen met objecten, zoals een hostie of een trouwring. Het is niet de grote show, maar het kleine gebaar: niet de mis is het sacrament, niet de liturgie, maar de eucharistie.
Wereldbeeld
De Gooijer betreurt af en toe dat bij het Tweede Vaticaans Concilie het aantal handelingen bij veel sacramenten is teruggebracht tot een kern. Van der Meer valt hem daarin bij. Vroeger werden er bij de priesterwijding allerlei dingen gedaan met de handen van de nieuwe priester, werden grote delen van het lichaam van de stervende gezalfd bij het laatste sacrament. Doordat er nu minder handelingen zijn, wordt wat er over is veel geladener, vindt De Gooijer – het krijgt misschien wel té veel betekenis, het is bijna geen ritueel meer.
De Gooijer en Van der Meer benadrukken ook meer wat de sacramenten betekenen voor de onderlinge verhoudingen van de mensen in de geloofsgemeenschap dan wat ze betekenen in de relatie met God. De biecht werkt helend omdat de gemeenschap weer verder kan na een misstap, de doop en het vormsel betekenen dat iemand in de gemeenschap wordt opgenomen. Voor trouwen, zegt Van der Meer, is strikt genomen geen actieve priester nodig – die fungeert vooral als getuige, want trouwen is een sacrament dat de gelovigen bij elkaar opleggen.
Dat is een wereldbeeld dat ik wel in het oeuvre herken: mensen handelen in de ruimte, maar ze handelen vooral in relatie tot elkaar. Ze beïnvloeden elkaar op allerlei manieren, door wat ze doen, en hoe ze kijken. Het doet ertoe wat mensen doen. Zoals in het sacrament.
Reacties