Wisława Szymborska. Onverplichte lectuur. Meulenhoff, 1998 [1975]

 


Wat inspirerend is het om een werkelijk vrije lezer te lezen! Iemand die gewoon voortleest, zonder zich er iets van aan te trekken wat er moet of wat er mag van je goede vrienden, of je een boek niet helemaal moet lezen als er eenmaal aan begonnen bent, of je niet beter je tijd kunt besteden aan de klassieken, of aan het bijhouden van de hedendaagse literatuur, of dat je in ieder geval niet iets moet opsteken van wat je leest.

Wisława Szymborska trok zich nergens iets van aan, hooguit misschien van het feit dat ze voor het tijdschrift Życia literackie en later voor de krant Gazeta wyborcza stukjes moest schrijven. Maar dan nog maakte ze haar eigen keuzes: voor een dik boek over hoe je moet behangen, voor een boek over niet-bestaande zeewezens, of over de geschiedenis van de 'straat- en jaarmarktliteratuur in Polen'. Tientallen jaren heeft Szymborska dit genre volgehouden, er moet nog veel meer zijn dan de betrekkelijk kleine selectie die vertaler Gerard Rasch maakte.

Het zijn mooie, inspirerende stukjes: ja, zo moet je lezen, als een aanleiding om ergens over te mijmeren, of juist als een aanvulling op je mijmeringen:
Op een poëzieavond werd me een keer gevraagd waarom ik niet over literatuur schrijf, maar populair-wetenschappelijke boeken en allerhande gidsen bespreek. Ik antwoordde toen dan dit soort uitgaven nooit goed of slecht aflopen en dat ik dat het leukste eraan vond.

Szymborska schreef dit overigens naar aanleiding van een boek dat deze verwachting had teleurgesteld: een gids over wat te doen bij ongelukjes in huis dat als slothoofdstuk ineens ging over een naderende kernramp. Een boek waar je je dus over kunt verkneukelen als je Szymborska heet, maar dat dan toch ineens wel heel heftig wordt. 

Het gevoel van vrijheid is wat je het meeste overhoudt aan deze bundel. De meeste stukjes zijn geschreven in de oostblok-tijd, maar er was kennelijk toch een domein van de vrijheid – dat van het boek en dat van het literaire tijdschrift waarin je kon schrijven over het boek. Symborska permitteert zich ook grapjes die ik niet associeer met de tijd waarin je geacht werd hoog op te geven van hoe geweldig alles verliep in het communisme. Nadat ze een kookboek met culinaire hoogstandjes heeft beschreven, slaat haar onderwerp om naar de daadwerkelijke Poolse keuken:

Er is maar één groep mensen die deze boeken [kookboeken] nooit ter hand neemt: onze specialisten in collectieve voeding, onze restauranthouders en zogeheten receptensamenstellers.

Je krijgt meteen zin om zelf ook van alles en nog wat te lezen, niet alleen Sappho of Montaigne, die ze ook beschrijft, maar vooral al die gidsjes en handleidingen en zelfhulpboeken waaronder de planken van de boekwinkel nog altijd kreunen. Hoera! Eindelijk vrij. 



Reacties