Eliza Orzeszko. Marta. Hachette, 1911 [1873]

 Vertaling: L.L. Zamenhof




Marta is een roman waarmee de in haar tijd populaire Eliza Orzeszko met alle macht iets duidelijk wilde maken: dat het vrijwel onmogelijk was om voor vrouwen die alleen waren in Polen te overleven. Ze zette daarvoor een personage in, Marta, die een gelukkige jeugd heeft gehad en een paar jaar gelukkig getrouwd is geweest als haar man ineens overlijdt. Hij heeft altijd goed voor haar gezorgd, maar geld laat hij niet na: van de ene dag op de andere staat Marta op straat met slechts een handjevol geld.

Ze is in het begin vol goede moed. Ze heeft heus wel talenten. Ze kent wat Frans, en een beetje muziek, dus ze kan best les gaan geven? Ze kan ook tekenen, en ze kan schrijven, dus misschien kan ze illustrator worden? 

Het mislukt allemaal. Enerzijds willen werkgevers voor allerlei vrij eenvoudige baantjes het liefst mannen hebben. Een reden geven ze daarvoor niet, behalve misschien dat mannen voor hun gezin moeten zorgen. Dat Marta voor haar dochtertje zorgen moet, dat telt kennelijk niet. De meer sympathieke mensen tot wie ze zich wendt, moeten haar ook afwijzen: ze heeft wel talent, maar ze heeft te weinig scholing gehad. Niet alleen haar man, ook haar ouders hebben haar eigenlijk niets nagelaten: een vrouw heeft geen scholing nodig, ze moet voor de kinderen zorgen. 

Tot de dag dat ze wel voor de kinderen zorgen moet. En blijkt dat de eisen voor vrouwen die willen werken veel hoger liggen dan voor mannen.

Orzeszko beschrijft de schrijnende toestanden waarin Marta gaandeweg wegglijdt. Ze neemt ten einde raad een baantje aan bij een naaiatelier, waar ze duidelijk wordt uitgebuit, maar ze verdient er tenminste iets. Een jonge flierefluiter probeert haar voor zijn karretje te spannen.  Ze krijgt van een voormalige vriendin het advies om de prostitutie in te gaan. 

De lange monoloog die deze vriendin, die zelf uit de armoede is opgeklommen door zich door mannen te laten onderhouden, is een retorisch hoogtepunt van Marta (ik vertaal uit de vertaling die ik las):

Heb je jezelf ooit afgevraagd — en heb je ooit geprobeerd het jezelf echt uit te leggen — wat een vrouw eigenlijk is, in deze wereld? Waarschijnlijk niet. Welnu, ik zal het je zeggen: ik weet niet hoe het zit volgens de goddelijke wetten waar je daarnet nog over sprak… maar volgens de wetten en zeden van de mens is een vrouw geen mens; een vrouw is een object. Draai je hoofd niet van mij weg. Ik spreek de waarheid — misschien een relatieve waarheid, maar toch een waarheid. Wil je mensen zien? Kijk dan naar de mannen. Elk van hen leeft in deze wereld op eigen kracht. Geen van hen heeft een toevoeging nodig om geen nul meer te zijn. De vrouw daarentegen is een nul, zolang er geen man naast haar staat die haar betekenis geeft. Aan de vrouw wordt een schitterend kader gegeven, zodat zij — als een kunstig geslepen diamant in de etalage van een juwelier — zoveel mogelijk blikken van potentiële kopers naar zich toe kan trekken.

Het is een cynische waarheid, maar wel een waarheid – Marta overleeft haar armoede en haar pogingen om tegelijkertijd moreel te blijven handelen niet. 

De vertaling die ik las was van L.L. Zamenhof, de maker van het Esperanto, in zijn eigen taal. Zamenhof had vermoedelijk een vertaalbeleid: zijn vertalingen moesten laten zien wat je allemaal in zijn taal kon. Hij vertaalde bijvoorbeeld de hele joodse bijbel, maar ook klassiekers van Shakespeare, Goethe, Gogol. Marta was de modernste roman die hij vertaalde, bovendien zich afspelend in het Warschau dat Zamenhof zelf kende – een manier om te laten zien dat je ook moderne literatuur kon vertalen. Orzeszko was een Nobelprijskandidaat. 

Tegelijkertijd moet Zamenhof het sociale aspect hebben aangesproken. Ik ken geen uitgesproken feministische teksten van hem, maar hij trok zich het leed van minderbedeelden op allerlei manieren aan: zijn leven stond in het teken van idealen, ook praktische (hij was oogarts in de Joodse wijk, met heel veel, heel arme klanten). Ook Marta's manier om te proberen de problemen op te lossen: hard werken, proberen dingen bij te leren, moet hem hebben aangesproken. Het boek was verschenen toen hij 14 was, ik stel me voor dat het einde bij hem de keel moet hebben dichtgeknepen. 

Ik ben blij dat hij het vertaald heeft, de kans was anders klein geweest dat ik het zou hebben gelezen. 

Reacties