Jhumpa Lahiri was al een schrijver in een taal, het Engels, die niet letterlijk haar moedertaal was. Haar ouders waren van huis uit Bengaalstalig, maar omdat ze opgroeide in Groot-Brittanië en daarna de Verenigde Staten was het Engels de logische taal om haar proza in te schrijven.
Tot ze, als ik het goed begrijp een jaar of twintig geleden, verliefd werd op het Italiaans. En besloot in die taal verder te schrijven. De helft van het jaar woont ze in Rome, de andere helft in de Verenigde Staten.
Perché l'italiano is een boek over die keuze, een boek over wat het betekent (wat een voorrecht het is) om tussen verschillende talen in te leven, wat de voordelen zijn van het schrijven in een taal die net niet de jouwe is (je drukt je vanzelf minder barok uit, er blijft een zekere afstand bestaan) en voor een groot deel gaat het ook over vertalen: Lahiri vertaalde romans van Domenico Starnone naar het Engels, en eigen werk – bijvoorbeeld de roman Dove mi trovo – naar het Engels – Whereabouts. Inmiddels is ze alweer een paar jaar bezig met een vertaling van Ovidius' Metamorfosen uit het Latijn naar het Engels. Ook over die vertaling schrijft Lahiri, en over de Metamorfosen zelf, een boek waarin alles en iedereen voortdurend veranderd in alles en iedereen, een boek dat zoals alle Latijnse literatuur op een bepaalde manier een vertaling is van de Griekse mythologie, een boek dat de ontworteldheid, het gebrek aan vaststaande identiteit, als thema heeft die Lahiri zo interesseert, die zij personifieert.
Perché l'italiano is een verrukkelijk boekje als je van dit soort dingen houdt. De teksten – het boek is vooral een bundeling lezingen en eerder elders verschenen artikelen – zijn door Lahiri deels in het Italiaans geschreven en deels in het Engels. De Engelse stukken zijn door haarzelf vertaald of door anderen – zoals door Domenico Starnone, wiens werk Lahiri dus zelf in het Italiaans vertaald heeft. Ik kan geen grote stijlbreuken tussen die verschillende stukken ontdekken.
Het boek is geloof ik het best te lezen als je behalve Italiaans ook voldoende Engels spreekt, want sommige stukken gaan diep in op de problemen die Lahiri had bij het vertalen van Starnone. Waarom moest zijn roman Scherzetto in het Engels Tricks heten? Wat moet je met het veelvuldig in zijn proza optredende woord invece (ongeveer: in plaats daarvan)? Er bestaat overigens ook een Engelstalige boekje van een paar jaar geleden Translating myself and others waar een deel van deze essays ook zijn opgenomen (en die dus voor een deel weer uit het Italiaans in het Engels zijn vertaald).
Het is een aanstekelijk boek, een pleidooi voor 'talen' in plaats van 'taal', een pleidooi om altijd te blijven rondzwerven van de ene taal naar de andere, een pleidooi voor voortdurende metamorfose. Lahiri moet rond de veertig zijn geweest toen ze de keuze voor het Italiaans maakte. Als je daarna zo meeslepend in die taal kunt leren schrijven, wat is er dan allemaal niet mogelijk?
Het is in ieder geval een van de zaken die haar aanspreekt in het Italiaans. In mijn vertaling:
De Italiaanse taal, en daarvoor al het Latijn, heeft in de geschiedenis altijd een meervoudige, steeds wisselende identiteit gehad. Wat is de Latijnse literatuur zonder de aanwezigheid en invloed van het Oudgrieks? En hoe zouden wij de klassieke Griekse teksten moeten begrijpen – of beter, wat zouden zij voor ons zijn – als Latijnse auteurs niet de moeite hadden genomen ze zich eigen te maken, te vertalen en na te volgen, waardoor zij de belangstelling van Petrarca en andere humanisten wekten, die in de Renaissance hun blik naar het oosten, naar Byzantium, richtten? Een “taal” wordt alleen maar geboren en komt alleen maar tot bloei dankzij het levenssap van andere talen – zoals ook ieder van ons het kind is van twee mensen, twee verschillende herkomsten, nog afgezien van al die andere invloeden die zich, buiten onze ouders om, voordoen en ons vormen.
We hebben in de Westerse wereld in ieder geval sinds de 19e eeuw een traditie van eentaligheid: het streven van de mens moet zijn om één taal goed te spreken. Mensen die meertalig zijn, die spreken volgens die traditie geen enkele taal echt goed, want ze leven het ene deel van hun leven in de ene taal en het andere deel in een andere.
Langzaam begint het besef door te dringen dat meertaligheid juist een kenmerkende eigenschap is van de mens, dat de mens in alle tijden – zoals in de Oudheid – met meer dan één taal heeft geleefd. Dat dit geen handicap was, maar een natuurlijke staat van zijn, en een buitengewoon prettige.
Meertalig zijn maakt ruimte in je hoofd. Je zou alleen al Engels én Italiaans moeten leren om maximaal van het werk van Jhumpa Lahiri te kunnen genieten.
Reacties