Maria Dermoût. De tienduizend dingen. Querido, 2024 [1955]

 


Het lijkt mij vreselijk om een misdadiger te zijn – allerlei dingen te doen die het daglicht niet kunnen verdragen, en waarover je bijgevolg moet zwijgen. Zo erg moet het zijn geweest om koloniaal te zijn, ergens te zijn waar je niet hoort, waar je redelijkerwijs kunt vermoeden dat de mensen die er zijn je haten, je wel moeten haten. Zelfs als je voorouders al vele generaties daar wonen moet dat ongemakkelijke gevoel er nog altijd zijn.

Veel koloniale Nederlandse literatuur gaat over die extreme ontheemdheid, van ergens zijn waar je niet welkom bent, ergens te zijn waar mensen redenen hebben om je geen welkom te heten. 

In De tienduizend dingen spookt het – er lopen spoken rond, en de mensen die geen spoken zijn moeten vrezen voor hun leven. Maar vooral zijn er heel veel dingen te vinden. In de Molukse cultuur is er kennelijk een gebruik of ritueel waar de 'honderd dingen' worden opgesomd die iemands leven uitmaken: in dit boek worden schelpen en bomen en sieraden en kleren allemaal opgesomd. Als mensen worden beschreven, gaat het vaker over wat ze aanhebben dan over hun lichaam:

Toen de Franse japonnen, schoenen, kousen opraakten, probeerde zij eerst nog: een patroon uit de Gracieuse, vliegerpapier, een raderwieltje, een 'stofje' uit de Chinese Kamp, haar grootmoeder en Sjeba pasten haar – het werd niet veel, vond zij en zij begon te bedanken voor de avondfeesten in de stad. Daarna liep zij een lange tijd in lange witkatoenen bébés, die haar niet stonden, op hooggehakte stoffen, waarmee zij zwikte en toen in sarong en kabaai, niet een helgekleurde zijden sarong zoals haar grootmoeder: een sterke geel en bruine batiksarong uit Java, een witte kabaai zonder veel tierelantijnen en op blote voeten in leren sandalen.

De dingen blijven altijd bestaan, terwijl de mensen elkaar afmaken. De dingen zijn daarmee meer dan het decor, meer dan hulpstukken, feitelijk zijn zij het centrum, de feiten, alles was der Fall ist. 

Het is wat dit betreft natuurlijk ook interessant dat De tienduizend dingen 10 jaar na de onafhankelijkheid van Indonesië geschreven werd. Dat was met veel geweld gepaard gegaan, bijvoorbeeld omdat Nederland die onafhankelijkheid niet wilde accepteren, en alles was anders – wat er in De tienduizend dingen beschreven wordt aan mensen, aan menselijke verhoudingen, bestond niet meer. Maar al die dingen waren er nog altijd. 

Reacties