Manon Garcia. Vivre avec les hommes. Réflexions sur le procès Pelicot. Climats, 2025

 


De zaak Pelicot heeft Frankrijk de afgelopen jaren geschokt. Dominique Pelicot liep tegen de lamp toen hij vrouwen die zich aan hem omkleden waren onder hun rok aan het filmen was. Toen zijn huis werd doorzocht, bleek hij een videoarchief te hebben waarop tientallen mannen zich aan zijn vrouw Gisèle, die hij daartoe eerst had gedrogeerd te hebben vergrepen. Dominique had het allemaal gefilmd; Gisèle had er nooit van geweten, en leerde dat via die filmbeelden.

De feministische denker Manon Garcia heeft zich de afgelopen jaren bezig gehouden met onder meer het concept consent. Zij móést dus we bij het proces zijn dat tegen Dominique en vijftig van de mannen, die hij had ontmoet via een website, werd gevoerd. Ze doet er verslag van in Vivre avec les hommes. 

Het is een verslag dat geïnspireerd is door Hannah Arendts verslag van het proces tegen de bureaucratische nazi Eichmann. De vijftig mannen zijn in de ervaring van Garcia even onbenullig als Eichmann, en vooral lijken ze even weinig zelfreflectie te kennen. Een interessant inzicht ontsnapt hun lippen niet, ze ontkennen dat ze iets hebben gedaan of als de filmbeelden te onomstotelijk laten zien dat dit wel het geval is, zeggen ze dat ze onder druk van Dominique stonden, of dat ze dachten dat ze hiermee een heimelijke fantasie van Gisèle beleefden.

Het zijn ook allemaal doodgewone mannen, sommige aantrekkelijk, anderen oersaai. 

À l'exception de Dominique Pelicot, en effet, ces hommes ont tous les âges, exercent tous les métiers, viennent de tous les milieux, ou presque. Ils n'ont rient en commun que leur sexe.

Garcia doet daarom maar het denkwerk voor al die verkrachters. Ze ontleedt genuanceerd en tegelijkertijd haarscherp hoe je een concept als het patriarchaat kunt toepassen op dit op het eerste gezicht zo uitzonderlijke geval, dat tegelijkertijd ook bijna niet uitzonderlijk is: het lukte Dominique kennelijk om tientallen mannen te recruteren die geen van allen erg ver van zijn huis in het dorp Mazan woonden. 

Door goed te luisteren naar wat de mannen zeggen, ontsluiert Garcia dat een en ander in de kern alleen maar kan voortkomen uit een systeem waarin mannen niet echt over vrouwen nadenken, althans, waarin ze vrouwen nog altijd alleen als objecten kunnen zien – als lichamen, als wezens die tegemoet moeten komen aan hun verlangens – en niet als subjecten, niet als wezens die ook gevoelens en gedachten hebben die de moeite van het overwegen waar zijn. De mannen gingen volgens Garcia vooral een relatie aan met Dominique, en omgekeerd. Gisèle deed er helemaal niet toe, aan haar hadden de meeste mannen nauwelijks een serieuze gedachte gewijd, zelfs niet toen ze al voor het tribunaal stonden. 

Kun je als vrouw onder deze omstandigheden, waarin kennelijk dit alles onzichtbaar speelt, nog wel van mannen houden? Zijn mannen wel te vertrouwen? Garcia geeft de moed niet helemaal op (haar laatste zin is 'qu'ils nous aiment un peu pour qu'on puisse continuer à les aimer'), maar het is duidelijk dat het beeld niet vrolijker wordt.

Dat geldt ook voor de mannelijke lezer die zich niet kan voorstellen om ook maar een millimeter het pad op te gaan waarop de vijftig mannen zich bewogen (laat staan Dominique Pelicot), maar die erkennen moet hoe je in de gebeurtenissen de aanwijzingen kunt zien van een patroon, dat nodig doorbroken moet worden.  

Reacties