Christine Wunnicke. Wachs. Berenberg Verlag, 2025

 


Het begin van de roman Wachs is onweerstaanbaar: een jong meisje, Marie Biheron, sluipt ergens in de achttiende eeuw een kazerne binnen in de buurt van Parijs. Wat komt ze er doen? Ze wil een lijk kopen van de soldaten, want ze heeft gelezen dat soldaten lijken te koop aanbieden. En die heeft ze nodig, want ze wil anatomie bestuderen en als meisje zit er niets anders op dan dit op eigen houtje te doen.

Marie Biheron heeft echt bestaan, net als Madeleine Basseporte, de andere hoofdpersoon van deze roman, de vriendin en later de vrouw van Marie, en zelf een zeer begaafd tekenaar van planten en bloemen. 

Wachs is met andere woorden een zang over de Verlichting – de tomeloze drang om te weten te komen hoe de wereld in elkaar zit, de wens je te ontdoen van alle vastgeroeste ideeën over wie er een relatie kan hebben met wie. Het is een boek dat je onmiddellijk die tijd intrekt, zodat je zelfs Diderot tegenkomt:

Monsieur Diderot überlegte, was er gelesen hatte über das Kleinhirn, und wusste es nicht mehr. Er las so viel, dass er alles wieder vergaß. Auch die Schenkel des Hirns mit all ihren Corpora begannen schon aus dem seinen zu fließen, noch bevor er sie fertig memoriert hatte.

Zo'n passage – een beetje ironisch, een beetje wonderlijk, met de neiging om ieder personage open te snijden als was het een van de kazerne gekocht lijk – is kenmerkend voor Wachs en maakt het boek moeilijk neer te leggen. Diderot is een bijfiguur maar hij komt net zo zeer tot leven als Marie en Madeleine.

Het boek moet het dan ook niet van het verhaal hebben: Biheron en Basseporte lijden beiden een leven waarin ze op zoek zijn naar kennis en erkenning, en allebei zijn ze niet in ruime mate voorhanden voor vrouwen van hun tijd. Ze wonen samen, en Basseporte, die de oudste is, overlijdt als eerste, waarna Biheron nog enkele jaren voortleeft met haar 'kleinkind' Edmé en een aapje dat ze Virginie heeft genoemd.  

Reacties