Frans Kafka. Brief an den Vater. DigBib.org, ? (1952).
Op het eerste gezicht denk je: wat een huilebalk. Want zo stelt de jonge Kafka zich wel een beetje voor: de man van 36 die zich nog steeds niet aan het spookbeeld van zijn vader heeft ontworsteld, die geobsedeerd is door die vader, die een brief schrijft die hij die vader niet eens durft te laten zien, waarin hij zich ook nog eens de mantel laat uitvegen door die eigen vader, want hij zit maar te denken wat die vader eigenlijk zal zeggen, en vinden, en hoe waar dat is, maar ook hoe hard. Een zoon die zijn eigen spookvader maakt en daar dan bang voor is.
Maar dan besef je ineens dat dit wel degelijk iets te maken heeft met die romans en die verhalen. Ook over Het Proces vond ik, toen ik het een aantal jaar geleden las: ' als Jozef K. niet zou meedoen, zou niemand hem een strobreed in de weg leggen (...) Het is Jozefs eigen schuldgevoel dat hem uiteindelijk in het mes van de 'rechtbank' laat lopen.'
Toch lijkt het me onzin om Het Proces te verklaren uit deze Brief. Dat suggereert teveel dat de laatste waarder is dan de eerster, op de een of andere manier meer zegt over de echte Kafka dan de eerste. Terwijl deze brief ook eigenlijk vooral verzonnen is: die vader, die is bijna net zo'n bedacht personage als de rechters in Het Proces
— Kafka voert hem immers zelfs sprekend op, met woorden die hij nooit gezegd kan hebben, omdat ze immers een reactie zijn op een brief die de echte vader nooit ontving. Dit is een ontroerend ego-document, jazeker, maar toch vooral omdat Kafka iemand was die kennelijk altijd en overal zijn eigen rechtbank ontwierp die hem dan vervolgens ter dood veroordeelde. Wat een man.
Reacties
Overigens, in dit boek las ik twee van de mooiste beelden uit de literatuur die ik kan onthouden.
Ik neem ze nu over uit mijn eigen 'bloggetje':
.......
Over zijn schrijven:
'U trof zekerder doel met uw afkeer van mijn schrijven en van alles wat, aan u onbekend, daarmee samenhing. Hier had ik mij inderdaad zelfstandig een stuk van u verwijderd, hoewel het ook enigszins aan de worm doet denken, die, van achteren door een voet verpletterd, zich met zijn voorste deel losrukt en zich weg sleept.'
Over zijn beide huwelijksplannen, waarbij het telkens bij plannen bleef, :
'Soms stel ik mij de wereldkaart vlak uitgespreid voor en u er dwars overheen uitgestrekt. En dan krijg ik het gevoel alsof voor mijn leven alleen die streken in aanmerking zouden komen die u óf niet bedekt óf die buiten uw bereik liggen. En dat zijn in overeenstemming met de voorstelling die ik van uw grootte heb niet veel en geen aanlokkelijke streken en juist het huwelijk is er niet bij.'
...