Alan Jacobs. The Pleasures of Reading in an Age of Distraction. Oxford: Oxford University Press, 2011.

Alan Jacobs. The Pleasures of Reading in an Age of Distraction The Pleasures of Reading in an Age of Distraction begint een beetje chagerijnig, zeker voor een boek dat 'pleasures' in zijn titel heeft. Het begint met een lange tirade tegen degenen die in Amerika het lezen van de Belangrijke Boeken verdedigen. Die mensen zijn namelijk in de ogen van Alan Jacobs vooral bezig om iedereen het lezen tegen te maken, door net te doen alsof lezen niet een kwestie is van smaak, maar een soort plicht. Wie Harry Potter leest, is geen échte lezer, beweren zulke lieden, men kan slechts genieten van Plato en Proust.

Jacobs heeft dat beginnetje nodig om zich tegen die vreugdeloosheid af te zetten. Lezen, zegt hij, moet je eerst en vooral doen om het plezier van het lezen. Zijn boek is ook niet zozeer een pleidooi om mensen weer aan het lezen te krijgen - een boek zou daarvoor natuurlijk niet het beste medium zijn - maar om degene die eigenlijk wel graag weer willen lezen, maar zich daar in het internettijdperk met al zijn afleidingen niet meer toe in staat voelen. Jacobs wil laten voelen hoe prettig dat ook weer was, helemaal opgaan in een boek, wat de juiste leeshouding is (dat is er dus niet een waarin je met alle geweld aan de canon wil voldoen, al is het er wel een waarin je je eigen grenzen opzoekt; gewoon, omdat dit extra plezier geeft), en hoe een Kindle kan helpen om je weer te concentreren — om een bladzijde om te slaan moet je een beweging met je duim maken die lijkt op Twitteren of mail checken op je telefoon; je geeft je rusteloze lichaam wat te doen terwijl jij rustig verder leest.

Het is een mooi essay geworden, ook voor degene die zich nog niet te rusteloos voelt om te lezen. Ik heb bijvoorbeeld niet het gevoel dat ik nu speciaal minder lees dan in een andere fase van mijn leven, afgezien van ruwweg mijn studententijd waarin ik gewoonweg veel meer tijd had om te lezen. Toch heeft Pleasures me aan het denken gezet over een aantal van mijn eigen gewoontes.

Een belangrijk verschil dat Jacobs maakt, is bijvoorbeeld dat tussen mensen die lezen om het lezen en mensen die lezen om gelezen te hebben. Degenen die lijstjes van Belangrijke Boeken hebben, horen volgens Jacobs tot de laatste categorie. Hij keurt dergelijk gedrag niet goed.

Nu heb ik al sinds enkele jaren een lijst die ik probeer af te werken. Doe ik dat inderdaad om gelezen te hebben?

Voor een deel wel. Ik wilde nu eenmaal ook eens een reden hebben om Samuel Beckett of Giacomo Leopardi gelezen te hebben, al gaf het lezen van met name de eerste me niet heel veel genoegen. Maar voor een groot deel is de lijst voor mij toch vooral een ontdekkingstocht, een manier om dingen te leren kennen die ik gemist heb, om werken te herlezen die ik ooit met meer of minder plezier tot me genomen heb. Ik lees die lijst bovendien met wisselende snelheid: soms enkele titels in een maand, de laatste maanden maar heel weinig (terwijl ik toch nog tientallen titels te gaan heb).

Waarom lees ik dan? Ik geloof inderdaad niet dat ik een beter mens geworden ben van al die boeken die ik gelezen heb. Uiteindelijk toch vooral omdat het lezen van een boek me in veel opzichten meer bevrediging geeft dan laten we zeggen het spelen van een computerspel. Een spelletje spelen is de tijd passeren; een boek lezen is intensief leven.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Paul Celan. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Meulenhoff, 2003.

Walt Whitman. Leaves of Grass. Grasbladen. Amsterdam: Em. Querido, 2005 (1855).

Raoul de Jong. Jaguarman. Mijn vader, zijn vader en andere Surinaamse helden. Amsterdam: De Bezige Bij, 2020.